•
Foto: gebruik deze optie voor foto's.
3. Druk in het scherm op OK.
De kleurmodus selecteren
Gebruik één van deze opties om het origineel te scannen, kies Auto, Kleur,
Grijs of Mono.
1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Kleurmodus.
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
2. Druk op de juiste optie.
•
Auto : detecteert automatisch de kleur van het origineel en scant
het.
•
Kleur: hiermee scant u in kleur. Hierbij worden 24 bits per pixel
gebruikt: 8 bits voor elke RGB-component van een pixel.
•
Grijs: hiermee scant u in grijstinten. 8 bits per pixel.
•
Mono: hiermee scant u in zwart-wit. 1 bit per pixel.
3. Druk in het scherm op OK.
Tonerdichtheid wijzigen
U kunt de tonerdichtheid van de gescande uitvoer selecteren. Als het
origineel licht of vaag is, drukt u op de pijl-rechts om het resultaat donkerder
te maken.
1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Tonersterkte.
2. Indrukken om de tonerdichtheid te verhogen.
3. Druk in het scherm op OK.
Scherpte aanpassen
U kunt de parameter instellen om de tekstranden te accentueren voor een
betere leesbaarheid. Deze parameter kan ook worden gebruikt om de
originele afbeelding aan te passen.
1. Druk in het scherm op het tabblad Afbeelding > Scherpte.
2. Druk op de pijl-links/rechts om het scherpteniveau te verhogen.
3. Druk in het scherm op OK.
Scannen_ 104