Server
Wanneer u een opgeslagen bestand naar de server wilt sturen,
kunt u uitsluitend bestanden sturen waarvan het Type taak is Vak,
Fax of Scan.
1. Druk op Doc.vak > selecteer een vak dat u wilt openen >
Selecteren op het scherm.
2. Druk op het opgeslagen bestand dat u wilt verzenden en druk op
Verzenden naar.
3. Druk op Server en vervolgens op OK.
•
Kopie: Het opgeslagen bestand wordt in het vak bewaard.
•
Verpl.: Het apparaat verwijdert na het verzenden het
opgeslagen bestand.
4. Druk op het invoergebied voor de naam van de server. Druk op +
Toevoegen om het serveradres van de ontvanger handmatig in te
voeren (zie "Serveradressen handmatig invoeren" op pagina 93).
Of u gebruikt het Adresboek om de adressen gemakkelijk in te
voeren (zie "Serveradressen van het adresboek invoeren" op
pagina 93).
Als de optionele Advanced Scan-kit is geïnstalleerd en uw
beheerder heeft de functie Bates-nummering ingesteld, kunt
u bepaalde informatie toevoegen aan het PDF-bestand, zoals
het startnummer, gebruikers-ID, datum, tijd, etc.
1.
2.
3.
4.
5. Selecteer het bestandsformaat van het opgeslagen bestand met
behulp van de pijl-links/rechts in Formatteren.
6. Druk op de knop Start om het opgeslagen bestand te verzenden.
U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het
apparaat bezig is met het verzenden van een opgeslagen bestand.
Vak
1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren
op het scherm.
Documentenvak_ 185
Selecteer PDF met behulp van de pijl-links/rechts in
Formatteren.
Druk op Bates-nummering > Aan.
Druk op een bates numbering-instelling die uw beheerder
in de lijst heeft ingesteld.
Druk op OK.