4. Wanneer de cursor op de invoerregel knippert, voert u met behulp
van het numerieke toetsenblok op het bedieningspaneel het
faxnummer in of gebruikt u optie Adresboek in het scherm als u
veelgebruikte faxnummers hebt opgeslagen.
5. Druk op Start op het bedieningspaneel. Het apparaat start het
verzenden van de fax naar de bestemmingen.
U kunt geen e-mail verzenden wanneer er een fax wordt
verzonden.
Email
Wanneer u een opgeslagen bestand wilt e-mailen, kunt u
uitsluitend bestanden sturen waarvan het Type taak Vak, Fax of
Scan is.
1. Druk op Doc.vak > selecteer het vak dat u wilt openen > Selecteren
op het scherm.
2. Druk op het opgeslagen bestand dat u wilt verzenden. Druk op
Verzenden naar.
3. Druk op Email en vervolgens op OK.
•
•
4. Voer elk item in met behulp van het pop-uptoetsenbord (zie
"E-mailadressen invoeren via het adresboek" op pagina 88 of
"E-mailadressen invoeren met het pop-uptoetsenbord" op
pagina 89).
Als u het invoergebied Van, Onderwerp en Bericht al
geconfigureerd hebt in Apparaatinst. >
Toepassingsinstellingen > Scan naar e-mailinstellingen >
Algemeen, kunt u het e-mailadres van de afzender, het
onderwerp en het bericht zien.
Als de optionele Advanced Scan-kit is geïnstalleerd en uw
beheerder heeft de functie Bates-nummering ingesteld, kunt
u bepaalde informatie toevoegen aan het PDF-bestand, zoals
het startnummer, gebruikers-ID, datum, tijd, etc.
1.
2.
3.
4.
5. Selecteer het bestandsformaat van het opgeslagen bestand met
behulp van de pijl-links/rechts in Formatteren.
6. Druk op de knop Start om het opgeslagen bestand te verzenden.
U kunt geen kopieertaak uitvoeren of een fax verzenden terwijl het
apparaat bezig is met het verzenden van een e-mailbericht.
Documentenvak_ 184
Kopie: Het opgeslagen bestand wordt in het vak bewaard.
Verpl.: Het apparaat verwijdert na het verzenden het
opgeslagen bestand.
Selecteer PDF met behulp van de pijl-links/rechts in
Formatteren.
Druk op Bates-nummering > Aan.
Druk op een bates numbering-instelling die uw beheerder
in de lijst heeft ingesteld.
Druk op OK.