GEVAAR VAN PLOTSELING VERSNELLEN ‑ Modellen met stuurknuppel ‑ Voordat u de buitenboordmotor
vanuit neutraal inschakelt, moet u het motortoerental tot langzaam laten dalen. Dat voorkomt plotselinge
versnelling waardoor opvarenden uit hun stoel of uit de boot geworpen kunnen worden, wat (soms dodelijk)
letsel zou kunnen veroorzaken.
12. Modellen met handmatige start ‑ Trek aan het startkoord.
13. Controleer nadat de motor is gestart of er een ononderbroken straal water uit de indicatieopening van de
waterpomp komt.
BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp‑indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of
de koelwaterinlaat verstopt is. Geen verstopping kan betekenen dat de waterpomp defect is of het koelsysteem
verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken.
Als de motor wordt gebruikt terwijl hij oververhit is, kan de motor ernstige schade oplopen.
Schakelen
BELANGRIJK: Schakel de buitenboordmotor alleen als de motor stationair draait. Niet naar achteruit schakelen
als de motor niet draait.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf. Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R).
•
Afstandsbedieningsmodellen ‑ Stop bij het schakelen altijd in de neutraalstand en wacht tot het
motortoerental tot stationair gedaald is.
BEDIENING
WAARSCHUWING
!
N
F
R
ob00557
3072
ob00331
ob01447
43
R
N
F