Bediening
(5) Druk op de AAN/UIT-knop om de gevoelig-
heidscontrole te starten en open vervolgens de
klep op de regelaar. De zandloper zal knipperen
en de sensoren zullen op het gas reageren.
(6) Sluit de klep na de gevoeligheidscontrole.
Nadat de gevoeligheidscontrole is voltooid, wordt er
tijdelijk "BUMP PASS" of "BUMP ERROR" weergegeven
op het toestel samen met de label van de tekortschie-
tende sensor, alvorens naar de meetmodus terug te
keren. Indien de gevoeligheidscontrole van het toe-
stel mislukt, voert u een kalibratie uit zoals beschre-
ven in hoofdstuk 3.9.
Het -symbool wordt tot 24 uur na een succesvolle gevoeligheidscontrole weerge-
geven in de meetmodus.
3.9
Kalibratie
Het toestel kan handmatig worden gekalibreerd met behulp van deze procedure of
automatisch met behulp van de GALAXY GX2 testbank.
De kalibratie moet worden uitgevoerd met behulp van een luchtstroomregelaar met
een doorstroom van 0,25 liter per minuut.
Indien een laadcyclus van de batterij wordt onderbroken voordat deze is voltooid [4
uur voor een volledig lege batterij], moet u de inwendige temperatuur 30 minuten
laten stabiliseren voordat er een kalibratie wordt uitgevoerd.
MSA adviseert om onder normale omstandigheden om de 6 maanden
een kalibratie uit te voeren, echter, in veel Europese landen gelden an-
dere richtlijnen. Controleer dit aan de hand van uw nationale wetgeving.
42
ALTAIR 4X
COMB/EX
O2
MSA
NL