Functies voor opnemen/afspelen enz.
5
qa
q;
Opnemen
De zoomfunctie gebruiken ......... 1
Als u de motorzoomknop 1 voorzichtig
draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen op
het onderwerp. Draai de motorzoomknop
verder voor een snellere zoombeweging.
22
1
2
4
9
8
qs
Grote weergavehoek: (groothoek)
3
Kleine weergavehoek: (tele-opnamen)
• De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp voor een goede scherpstelling is
ongeveer 1 cm voor groothoekopnamen en
ongeveer 80 cm voor tele-opnamen.
• U kunt [D ZOOM] (p. 40) instellen als u meer
dan 20 × wilt inzoomen.
6
• Hou uw vinger op de motorzoomknop. Als u uw
7
vinger van de motorzoomknop haalt, kan het
werkgeluid van de motorzoomknop ook worden
opgenomen.
• Met [STEADYSHOT] worden wazige beelden
wellicht niet voorkomen zoals gewenst wanneer
de motorzoomknop naar de T-zijde (tele-
opnamen) is geschoven.
Opnemen in een donkere omgeving
(NightShot plus)...................... 2
Zet de NIGHTSHOT PLUS-schakelaar 2
op ON. (
worden weergegeven.)
• De functie NightShot plus maakt gebruik van
infraroodlicht. U mag de infraroodpoort 3
daarom niet bedekken met uw vingers of andere
voorwerpen. Verwijder de voorzetlens
(optioneel) als deze is bevestigd.
• Pas de scherpstelling handmatig aan ([FOCUS],
p. 32) als er moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
• Gebruik deze functies niet in een heldere
omgeving. Dit kan een storing veroorzaken.
De belichting voor onderwerpen met
tegenlicht aanpassen
(BACK LIGHT)......................... 6
Als u de belichting voor onderwerpen met
tegenlicht wilt aanpassen, drukt u op BACK
LIGHT 6 om . weer te geven. Druk
nogmaals op BACK LIGHT om de
tegenlichtfunctie te annuleren.
en ["NIGHTSHOT PLUS"]