BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE
Aanbevolen montagehoogte voor de buitenboordmotor bepalen
e
a -
Aanbevolen wordt de ononderbroken lijn aan te houden bij het bepalen van de montagehoogte voor
de buitenboordmotor.
b -
De stippellijnen vertegenwoordigen de uiterste waarden van de bekende beproefde montagehoog‐
ten voor buitenboordmotoren.
c -
Als maximale snelheid de enige doelstelling is, kan deze lijn gebruikt worden voor het bepalen van
de montagehoogte van de buitenboordmotor.
d -
Bij installatie van twee buitenboordmotoren verdient gebruik van deze lijn de voorkeur bij het bepa‐
len van de montagehoogte van de buitenboordmotoren.
e -
Montagehoogte buitenboordmotor (hoogte montagebeugels buitenboordmotor vanaf de onderkant
van de bootspiegel). Voor een hoogte van meer dan 56,0 cm (22 in.)wordt meestal de voorkeur ge‐
geven aan een schroef die is ontworpen voor oppervlaktegebruik.
f -
Verwachte maximale vaarsnelheid (mph).
1.
De buitenboordmotor moet zo hoog op de spiegel worden gemonteerd dat de
uitlaatontlastingsopening ten minste 25,4 mm (1 in.) boven de waterlijn blijft als de motor stationair
draait. Als de uitlaatopening boven de waterlijn blijft, voorkomt dat verstopping van de uitlaat.
Verstopping van de uitlaat resulteert in slechte prestaties bij stationair draaien.
2.
Tel 12,7 cm (5 in.) op bij de vermelde montagehoogte voor de buitenboordmotor voor XL-modellen.
3.
De buitenboordmotor mag niet hoger worden gemonteerd dan 63,5 cm (25 in.) bij L-modellen, 76 cm
(30 in.) bij XL-modellen. Als u de buitenboordmotor hoger monteert, kan dat schade aan de
onderdelen van het onderwaterhuis veroorzaken.
Door een grotere montagehoogte zal over het algemeen:
•
de stuurkracht afnemen;
•
de maximumsnelheid toenemen;
•
de stabiliteit van de boot toenemen;
•
de schroef mogelijk afbreken tijdens planeren.
nld
63.5 cm
(25 in.)
60.9 cm
(24 in.)
e
58.4 cm
(23 in.)
56.0 cm
(22 in.)
53.3 cm
(21 in.)
50.8 cm
(20 in.)
48.2 cm
(19 in.)
10
20
c
a
30
40
50
60
f
NB
63
b
d
70
80
24305