FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
Waarschuwingssysteem
Het waarschuwingssysteem van de buitenboordmotor heeft een waarschuwingshoorn binnen in de boot. De
waarschuwingshoorn bevindt zich binnen in de afstandsbediening of hij is aangesloten op het contactslot.
a -
hoorn binnen in afstandsbediening
b -
hoorn aangesloten op contactslot
SIGNALEN VAN WAARSCHUWINGSHOORN
Als de contactsleutel op ON (AAN) staat, klinkt de hoorn heel even als test om aan te tonen dat hij werkt.
De waarschuwingshoorn laat een continu signaal of korte signalen met tussenpozen horen. Hierdoor wordt de
gebruiker gewaarschuwd en kunnen de volgende situaties worden geïdentificeerd. Raadpleeg de informatie
in SmartCraft Product hieronder voor de visuele weergave van de specifieke motorfuncties en extra
motorgegevens.
Functie
Opstarten
Eén signaal
Te weinig olie in
Vier signalen,
reservoir
om de 2 minuten
Water in
Vier signalen,
brandstof
om de 2 minuten
Probleem met
Continu
koelsysteem
Oliepeil is
Continu
gevaarlijk laag
a
Waarschuwingshoorn
Geluid
Normale systeemtest
Oliepeil is laag in het op de motor gemonteerde motoroliereservoir.
Vul het op de motor gemonteerde motoroliereservoir tegelijk met de
losse olietank. Zie Brandstof en olie.
Water in het waterscheidende brandstoffilter reikt tot het "vol"-peil.
Het water kan uit het filter verwijderd worden. Zie Onderhoud -
Brandstofsysteem voor het verwijderen van het filter.
Het motorbewakingssysteem is geactiveerd. De
vermogensbegrenzing varieert afhankelijk van de mate van
oververhitting. Schakel de buitenboordmotor in neutraal en
controleer of er een ononderbroken straal water uit de
indicatieopening van de waterpomp komt. Als er geen of alleen af en
toe water uit de indicatieopening van de waterpomp komt, zet u de
motor af en controleert u of de waterinlaatopeningen verstopt zijn.
Het Guardian-systeem moeten worden gereset voordat de motor op
hogere snelheid zal draaien. Als u de gashendel terugzet op
stationair, wordt het systeem gereset.
Het motorbewakingssysteem wordt geactiveerd. Het motorvermogen
wordt begrensd. Het oliepeil is gevaarlijk laag in het op de motor
gemonteerde motoroliereservoir. Vul het op de motor gemonteerde
motoroliereservoir tegelijk met de losse olietank.
Beschrijving
20
b
27755
nld