3.5 Elektrische aansluiting
Realiseer de elektrische aansluiting en bescherming overeen-
komstig de lokale regelgeving.
Controleer of de voedingsspanning en -frequentie overeenkomen
met de waarden die op het typeplaatje vermeld staan.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Vergrendel de netschakelaar in positie 0. Type en
eisen zoals gespecificeerd in EN 60204-1, 5.3.2.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Sluit de pomp aan via een externe netschakelaar
met een contactopening van ten minste 3 mm
voor alle polen.
- Gebruik aarding of neutralisering ter bescherming
tegen indirect contact.
- Als een via een stekker aangesloten pomp is ver-
bonden met een elektrische installatie waarbij
gebruik wordt gemaakt van een elektrische
stroomonderbreker (aardlekschakelaar ELCB,
verliesstroomschakelaar RCD of reststroomon-
derbreker RCCB) als extra bescherming, moet
deze stroomonderbreker worden gemarkeerd met
het eerste of met beide symbolen die hieronder
worden weergegeven.
Als de pomp via klemmen is aangesloten, moet
op de aardlekschakelaar het eerste of beide
onderstaande symbolen staan aangegeven.
•
Zorg ervoor dat de pomp is verbonden met een externe hoofd-
schakelaar.
•
De pomp heeft geen externe motorbeveiliging nodig.
•
De motor beschikt over thermische beveiliging tegen lang-
zame overbelasting en blokkering.
•
Wanneer de pomp via de voeding wordt ingeschakeld, zal
deze na ca. 5 seconden starten.
3.5.1 Voedingsspanning
1 x 230 V ± 10 %, 50/60 Hz, PE.
De spanningstoleranties zijn bedoeld voor variaties in de net-
spanning. Gebruik de spanningstoleranties niet om pompen op
andere spanningen te laten draaien dan op het typeplaatje staan
vermeld.
10