Afdichtingsbewaking bij pompen met oliesperkamer:
•
Uitvoering zonder koelmantel of uitvoering "U" met
koelmantel en open koelcircuit:
Bij ondichtheid van de asafdichting aan de mediumzijde
komt er water in de oliekamer terecht en verandert de
weerstand van de olie. D.m.v. 2 sensoren wordt het gelei-
dingsvermogen van de olievulling bewaakt.
De sensoren moeten via 2 aders (aanduiding S1 en S2)
van de pompaansluitkabel in het schakelsysteem wor-
den aangesloten op een analysetoestel met galvanisch
gescheiden stroomcircuit van de sonde (elektroderelais
bijv. HOMA art.-nr.: 1610995). Bij EX-uitvoeringen moet
een elektroderelais met intrinsiek veilig stroomcircuit wor-
den gekozen (HOMA art.-nr.: 1416510). De responsiviteit
moet van 0-100 kΩ instelbaar zijn, standaardinstelling 50
kΩ.
Afdichtingsbewaking bij pompen zonder oliesperka-
mer:
•
Uitvoering met koelmantel en gesloten (intern) koel-
circuit (uitv. "L"):
Via 2 sensoren wordt het binnendringen van het koelmid-
del (water-glycolmengsel) in een lekkagekamer gemeld.
Deze lekkagekamer bevindt zich tussen de glijringafdich-
ting aan de motorzijde en de onderste aslagering. Bij on-
dichtheid van de asafdichting aan de motorzijde dringt er
koelmiddel in de lekkagekamer binnen en zorgt voor con-
tact tussen beide sensoren.
De sensoren moeten via 2 aders (aanduiding S11 en S12)
van de pompaansluitkabel in het schakelsysteem worden
aangesloten op een analysetoestel met galvanisch ge-
scheiden stroomcircuit van de sonde (elektroderelais bijv.
HOMA art.-nr.: 1610995). Bij EX-uitvoeringen moet een
elektroderelais met intrinsiek veilig stroomcircuit worden
gekozen (HOMA art.-nr.: 1416510).
De responsiviteit moet van 0-100 kΩ instelbaar zijn, stan-
daardinstelling 50 kΩ. Bij activering van dit alarm dreigt
er direct binnendringen van koelmiddel in de statorruim-
te met bijbehorende schade (motorkortsluiting). Daarom
moet de pompbesturing zo worden geschakeld dat het
alarm een automatische uitschakeling van de pompmotor
tot gevolg heeft.
Afdichtingsbewaking kabelaansluitruimte:
D.m.v. 2 sensoren wordt de kabelaansluitruimte gecontro-
leerd op binnendringend vocht. De sensoren moeten via
2 aders (aanduiding S3 en S4) van de pompaansluitkabel
in het schakelsysteem worden aangesloten op een ana-
lysetoestel met galvanisch gescheiden stroomcircuit van
de sonde (elektroderelais bijv. HOMA art.-nr.: 1610995).
Bij EX-uitvoeringen moet een elektroderelais met intrin-
siek veilig stroomcircuit worden gekozen (HOMA art.-nr.:
1416510).
Motorkoeling
Voor droge opstelling of niet-ondergedompeld bedrijf met
mantelkoeling door de vloeistof.
3.3.4. Afdichting/afdichthuis
De afdichting vindt plaats door twee onafhankelijk van el-
kaar werkende glijringafdichtingen van siliciumcarbide in
tandemconfiguratie. Het afdichthuis bevindt zich tussen
de motor en het pomphuis. Het bestaat uit het lagerhuis
en de drukdeksel, die samen de met medicinale witte olie
gevulde afdichtingskamer vormen. De inspectieschroef
op het lagerhuis en een optionele elektronische bewaking
bieden controlemogelijkheden.
3.3.5. Pomphuis
Het pomphuis is naargelang uitvoering en motorvariant
leverbaar met verschillende DIN- en ANSI-flenzen. Daar-
door ontstaat een optimale verbinding met de verschillen-
de types persleiding. Het pomphuis kan op verzoek ook
worden geleverd met rubbercoating aan de binnenkant.
Enkele pomphuizen zijn voorzien van een putdeksel om
verstoppingen te kunnen verwijderen.
Naargelang de gebruikte pomp is het ook mogelijk dat het
pomphuis aan de zuigzijde is uitgerust met een slijtring.
Deze slijtring bepaalt de spleetmaat tussen waaier en zui-
gopening. Wordt deze spleetmaat te groot, dan daalt de
pompcapaciteit van de machine en kunnen er sneller ver-
stoppingen ontstaan. Daarom is het mogelijk de slijtring te
vervangen om de onderdelenkosten te verlagen.
3.3.6. Waaier
De waaier is op de motoras bevestigd en wordt hierdoor
aangedreven. Deze is in diverse materiaalsoorten lever-
baar (grijs gietijzer, nodulair gietijzer, roestvrij staal, brons)
en kan ook worden voorzien van een keramische coating.
Bovendien hebben de waaiers verschillende constructies:
M:
gesloten eenkanaalwaaier, voor verontreinigde en modderige
vloeistoffen met vaste stoffen en lange vezels
K:
gesloten meerkanaalwaaier, voor verontreinigde en modderi-
ge vloeistoffen met vaste stoffen
V:
vortex-waaier, voor grof en vezelig verontreinigde, kluwen vor-
mende en gashoudende vloeistoffen
nEDlErlanDS | 41