Inhoudsopgave
Advertenties
Beste 10 seconden van ECG
De ELI 280 is voorzien van een geheugenbuffer van 5 minuten voor het verzamelen van ECG-gegevens. Als Best10
(Beste10) is ingeschakeld kiest het apparaat automatisch de beste 10 seconden ECG-gegevens uit de buffer van 5
minuten. De bepaling van de beste 10 seconden is gebaseerd op metingen van hoog- en laagfrequente ruis
aangetroffen in de ECG-segmenten van 10 seconden.
Als Last10 (Laatste10) wordt gekozen presenteert het apparaat automatisch de laatste 10 seconden ECG uit de
gegevens die zijn opgeslagen in de geheugenbuffer.
Beste 10 of Laatste 10 kiezen
1. Kies
op het real-time display om een ECG vast te leggen.
2. Raak ergens in de vastgelegde ECG-weergave de ECG op het rode raster aan om het configuratiescherm te
openen.
3. Kies Best10 (Beste10) of Last10 (Laatste10).
4. Kies OK om de selectie op te slaan en de ECG opnieuw te bewerken, af te drukken of af te beelden. Kies
Cancel (Annuleren) om af te sluiten zonder op te slaan.
OPMERKING: Als een enkelvoudige ledemaatfout of twee precordiale afleidingsfouten optreden wordt de
functie Best10 uitgeschakeld tot de ledemaatfout of precordiale afleidingsfout is opgelost. Nadat het probleem is
opgelost komt de functie Best10 automatisch weer beschikbaar.
Het ECG-rapport configureren
Na vastlegging kan de ELI 280 automatisch tot negen exemplaren van het ECG-rapport afdrukken. Afdrukformaat,
traceersnelheid, ECG-versterking, ECG-filterinstelling en pacer-kanaal kunnen als standaard worden ingesteld in het
menu Configuration (Configuratie) of per individuele ECG worden geconfigureerd door het rode raster op het scherm
aan te raken. Hierna kunnen voor de gekozen patiënt zaken als afdrukformaat, versterking, snelheid en filterinstelling
worden gekozen.
Afdrukformaat van een vastgelegde ECG wijzigen
1. Raak ergens in de vastgelegde ECG-weergave de ECG op het rode raster aan om het configuratiescherm te
openen.
2. Maak de gewenste keuzen voor Print Format (Afdrukformaat), Print Speed (Afdruksnelheid), Print Gain
(Afdrukversterking), Print Filter (Afdrukfilter) en Pacer Channel (Pacer-kanaal).
3. Kies OK om de selectie op te slaan en de ECG opnieuw te bewerken en af te beelden. Kies Cancel
(Annuleren) om af te sluiten zonder op te slaan.
4. Selecteer Print (Afdrukken), Transmit (Verzenden), Erase (Wissen) of Done (Gereed).
Automatisch afdrukken (of niet afdrukken)
1. Kies
op het real-time display.
2. Kies Advanced (Geavanceerd) gevolgd door ECG.
3. Gebruik de dubbele pijl () om naar de instelling # Copies (Aantal exemplaren) te gaan.
4. Raak het veld met het aantal exemplaren aan en kies het gewenste aantal uit het vervolgkeuzemenu. Kies 0
om te zorgen dat de printer de ECG niet automatisch afdrukt na vastlegging.
5. Kies Done (Gereed) om op te slaan en terug te gaan naar het menu Configuration (Configuratie) of kies
Cancel (Annuleren) om terug te gaan zonder op te slaan.
EEN ECG VASTLEGGEN
67
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
