•
Om de mogelijke verspreiding van ziekten of infecties te voorkomen mogen onderdelen voor eenmalig
gebruik (zoals elektroden) niet opnieuw worden gebruikt. Ten behoeve van de veiligheid en effectiviteit
mogen elektroden na hun vervaldatum niet meer worden gebruikt.
•
Er bestaat een potentieel explosiegevaar. Het apparaat niet gebruiken in de aanwezigheid van ontvlambare
mengsels met verdovingsmiddelen.
•
Als de integriteit van de externe aardebeveiliging twijfelachtig is, moet het apparaat worden gebruikt op de
interne elektrische stroombron.
•
Om de bescherming tegen potentiële storende elektromagnetische signalen te verbeteren wordt geadviseerd
om afgeschermde bekabeling te gebruiken bij aansluiting van het apparaat op een netwerk.
•
Medische apparaten werden ontwikkeld om een grotere mate van bescherming te bieden tegen elektrische
schokken dan bijvoorbeeld computerapparatuur omdat patiënten vaak zijn verbonden met meerdere apparaten
en ook vatbaarder kunnen zijn voor de negatieve effecten van elektrische stroom dan gezonde personen. Alle
apparatuur die is verbonden met de patiënt, die kan worden aangeraakt door de patiënt, of die kan worden
aangeraakt door andere personen terwijl die persoon de patiënt aanraakt, moet hetzelfde beschermingsniveau
hebben tegen elektrische schokken als medische apparatuur. De ELI 280 is een medisch apparaat dat werd
ontworpen om verbonden te zijn met andere apparaten teneinde gegevens te ontvangen en te verzenden. Er
moeten bepaalde maatregelen worden genomen om het risico op overmatige elektrische stroom door de
operator of patiënt tijdens verbinding te voorkomen:
•
Alle elektrische apparatuur die geen medische elektrische apparatuur is, moet buiten de
"patiëntomgeving" worden geplaatst, de minimumafstand bedraagt volgens relevante veiligheidsnormen
ten minste 1,5 meter of 5 voet van de patiënt. Niet-medische apparatuur kan ook worden uitgerust met
aanvullende bescherming zoals een extra beschermende aardverbinding.
•
Alle medische elektrische apparatuur met een fysieke verbinding naar de ELI 280 of de patiënt of die
in de patiëntomgeving is, moet in overeenstemming zijn met de relevante veiligheidsnormen voor
medisch elektrische apparatuur, zoals IEC 60950 voor computerapparatuur. Dit omvat
informatienetwerkapparatuur verbonden door de LAN-connector.
•
Geleidende (metalen) onderdelen die kunnen worden aangeraakt door de operator tijdens normaal
gebruik en die zijn verbonden met niet-medische apparatuur mogen niet in de patiëntomgeving worden
gebracht. Voorbeelden zijn connectoren voor afgeschermde Ethernet- of USB-kabels.
•
Als meerdere apparaten zijn verbonden met elkaar of de patiënt, kunnen de lekstroom van het chassis
en de patiënt toenemen en moeten die worden gemeten voor naleving met relevante standaarden voor
medisch-elektrische systemen
•
Vermijd het gebruik van draagbare meervoudige stekkerdozen. Als ze worden gebruikt en niet in
overeenstemming zijn met de standaarden van medisch-elektrische apparatuur, is een aanvullende
beschermde aardverbinding vereist.
•
Om elektrische schokken te vermijden als gevolg van ongelijke aardpotentialen die kunnen bestaan
tussen punten van een gedistribueerd netwerksysteem of foutcondities in apparatuur die is aangesloten op
een extern netwerk, moeten afgeschermde netwerkkabels (waar gebruikt) worden aangesloten op een
geschikte aardlekbeveiliging voor de locatie waar het apparaat wordt gebruikt.
•
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik met chirurgische high-frequency (HF) apparatuur en biedt geen
bescherming tegen gevaren voor de patiënt.
•
Wanneer het 40 Hz filter wordt gebruikt, kan de vereiste voor frequentierespons voor diagnostische ECG-
apparatuur niet worden vervuld. Het 40 Hz filter vermindert aanzienlijk hoogfrequente componenten van de
piekamplituden van de ECG en pacemaker en wordt alleen geadviseerd als hoogfrequent geluid niet met
normale procedures kan worden verminderd.
•
De kwaliteit van het door het apparaat geproduceerde signaal kan nadelig worden beïnvloed door het gebruik
van andere medische apparatuur, met inbegrip van maar niet beperkt tot defibrillators en ultrageluidmachines.
•
Voor een correcte bediening en de veiligheid van gebruikers, patiënten en omstanders mogen apparatuur en
accessoires alleen worden aangesloten zoals beschreven in deze handleiding. Sluit geen telefoonlijnkabel aan
op de LAN-connector.
14
VEILIGHEIDSINFORMATIE VOOR GEBRUIKERS