De ELI 280 inschakelen
De ELI 280 werkt op netstroom en/of batterij. Tijdens aansluiting op de netstroom kan de interne batterij gelijktijdig
worden opgeladen. Geadviseerd wordt om het apparaat op de netstroom aangesloten te laten als het niet wordt gebruikt.
Bij afwezigheid van een batterij of als de batterij volledig leeg is kan het apparaat op netstroom (wisselstroom) worden
gebruikt. Als de netspanning wordt weggenomen schakelt het apparaat direct over naar batterijstroom.
Gebruik op netstroom (wisselstroom)
•
Sluit het netsnoer aan op een stopcontact en op de netstroomconnector op het achterpaneel van de
ELI 280. (Zie Figuur 1-3.)
•
Als de ELI 280 op netstroom is aangesloten brandt de groene stroom-LED onder de knop ON/OFF
(Aan/Uit) toets.
•
Druk om het real-time display te verlichten op de knop ON/OFF (Aan/Uit) als batterijstroom wordt
gebruikt of raak bij netstroom het scherm aan.
•
Een batterijpictogram met een bliksemschicht door de batterij (afgebeeld in de rechter bovenhoek van het
aanraakscherm) bevestigt dat het apparaat de netstroom herkent en dat de batterij automatisch oplaadt.
OPMERKING: Bij volledige stroomuitval door het uitnemen van de batterij of een harde reboot (de knop
On/Off (Aan/Uit) langer dan 7 seconden indrukken) moet het aanraakscherm van de ELI 280 opnieuw
worden gekalibreerd en moeten tijd/datum opnieuw worden ingesteld.
OPMERKING: voor optimale prestaties wordt het aanbevolen om het apparaat regelmatig uit te
schakelen.
Gebruik op batterij
Bij gebruik op de batterij geeft het batterijpictogram de status aan:
•
WIT met een bliksemschicht geeft aan dat het apparaat bijlaadt op netstroom.
•
GROEN geeft aan dat de batterijlading tussen 100% en 35% ligt.
•
GEEL geeft aan dat de batterijlading tussen 35% en 20% ligt.
•
ROOD geeft aan dat de batterij minder dan 20% lading over heeft. Sluit de ELI 280 onmiddellijk aan op
de netstroom als de batterij-indicator ROOD wordt.
OPMERKING: Het apparaat schakelt zichzelf automatisch uit circa 10 seconden nadat het
batterijpictogram ROOD KNIPPERT. Een batterij moet minimaal vier uur worden opgeladen om tot 85%
van het laadniveau te komen. Een batterij moet minimaal vijf uur worden opgeladen om tot 90% van het
laadniveau te komen. De batterijspanning kan worden afgelezen in de rechter benedenhoek van het
display door het pictogram Configuration (Configuratie) te kiezen, gevolgd door About (Over).
OPMERKING: Het apparaat wordt uitgeschakeld door
het apparaat opnieuw op te starten nadat het volledig werd uitgeschakeld, gebruik de On/Off (Aan/Uit)
toets. Voor optimale prestaties wordt het aanbevolen om het apparaat regelmatig uit te schakelen.
LET OP: Als de batterijspanning onder 10,5V valt schakelt het apparaat zichzelf automatisch uit. Nadat
de batterij lang genoeg is opgeladen om weer boven 10,5V te stijgen kan het apparaat opnieuw op
batterijstroom worden gebruikt. Het kan tot 30 uur duren voordat de batterij vanaf het laagste niveau is
opgeladen op netstroom. Het vaak ontlanden van de batterij tot het laagste niveau bekort de levensduur
van de batterij aanzienlijk.
DE APPARATUUR VOORBEREIDEN
in te drukken na de Off (Uit) toets. Om
53