Het apparaat of het patiëntvastleggingsapparaat mogen nooit worden gereinigd door onderdompeling in een
vloeistof, plaatsing in een autoclaaf of stoomreiniging aangezien hierdoor de apparatuur beschadigd kan raken
of de levensduur ervan kan worden bekort. Neem de buitenkant af met een oplossing van warm water en een
mild reinigingsmiddel en droog af met een schone doek. Het gebruik van niet-gespecificeerde reinigings-
/desinfectiemiddelen, nalatigheid om aanbevolen procedures te volgen of contact met niet-gespecificeerde
materialen kan resulteren in een verhoogd risico op letsel bij gebruikers, patiënten of omstanders of in schade
aan het apparaat.
•
Het apparaat bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden vervangen. Schroeven mogen
alleen worden verwijderd door gekwalificeerde onderhoudsmedewerkers. Beschadigde of verdachte
apparatuur moet onmiddellijk buiten gebruik worden gesteld en door gekwalificeerde
onderhoudsmedewerkers worden gecontroleerd/gerepareerd alvorens opnieuw te worden gebruikt.
•
De oplaadbare interne lood-zuur batterij is afgesloten en volledig onderhoudsvrij. Als de batterij defect lijkt te
raken, neem dan contact op met de serviceafdeling van Welch Allyn.
•
Niet aan het patiëntvastleggingsapparaat trekken omdat hierdoor mechanische en/of elektrische defecten
kunnen ontstaan. Leg de patiëntkabels in een losse lus alvorens ze op te bergen.
•
Voor het eerste gebruik van het apparaat moet het display worden gekalibreerd. Voor het juiste gebruik of
onderhoud van het apparaat is geen speciale apparatuur nodig.
•
Afvalverwerking: verwerk het apparaat, onderdelen ervan en accessoires (bijv. batterijen, kabels, elektroden),
en/of verpakkingsmaterialen conform de plaatselijke regelgeving.
•
Geadviseerd wordt om goed functionerende reserveapparatuur zoals een reserve patiëntkabel, front-end
apparaat, monitor en dergelijke bij de hand te hebben om vertraging in de behandeling als gevolg van een
onbruikbaar apparaat te voorkomen.
Opmerkingen
•
Bewegingen van de patiënt kunnen overmatige ruis veroorzaken die de kwaliteit van de ECG-traceringen en
de juiste analyse door het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
•
Een goede voorbereiding van de patiënt is belangrijk voor de juiste plaatsing van ECG-elektroden en voor de
correcte werking van het apparaat.
•
Het algoritme voor het detecteren van verkeerd geplaatste elektroden is gebaseerd op normale fysiologie en
volgorde van ECG-afleidingen en probeert de meest waarschijnlijke verwisseling te bepalen; het is echter
raadzaam om ook de andere elektrodeposities in dezelfde groep (ledemaat of borst) te controleren.
•
Er zijn geen bekende veiligheidsgevaren als andere apparatuur, zoals pacemakers of andere stimulators,
tegelijk met het apparaat wordt gebruikt; storing van het signaal kan echter voorkomen.
•
De afbeelding van een dikke basislijn tijdens het gebruik van de WAM draadloze vastleggingsmodule
(blokgolven op ritmeafdruk) kan worden veroorzaakt doordat de WAM is uitgeschakeld of geen
batterijspanning heeft, ook kan het zijn dat de WAM buiten bereik is of dat er sprake is van een kalibratiefout.
Bekijk de LED-indicator op de WAM om te controleren of het apparaat is ingeschakeld en een goede
batterijspanning heeft. Controleer of de WAM correct is gesynchroniseerd en zich binnen de aanbevolen
afstand van de elektrocardiograaf bevindt. Schakel eventueel de WAM uit en aan om opnieuw te kalibreren.
Raadpleeg de handleiding van de WAM voor meer informatie.
•
De afbeelding van een dikke basislijn tijdens het gebruik van de AM12 vastleggingsmodule (blokgolven op
ritmeafdruk) kan het gevolg zijn van een verkeerde automatische kalibratie. Sluit de AM12 opnieuw aan of
zet de elektrocardiograaf uit en weer aan.
•
Een blokgolf op het display en op de ritmeafdruk kan worden veroorzaakt doordat de WAM, de AM12 of
afleidingsdraden niet op de patiënt zijn aangesloten.
•
Zoals gedefinieerd door IEC 60601-1 en IEC 60601-2-25 is het apparaat als volgt geclassificeerd:
•
Klasse I-apparatuur of met interne stroomvoorziening.
•
Type CF defibrillatiebestendige toegepaste onderdelen.
•
Gewone apparatuur.
16
VEILIGHEIDSINFORMATIE VOOR GEBRUIKERS