Sync IP
Met dit item kan de IT-medewerker het IP-adres van de host server invoeren.
OPMERKING: Adressen worden altijd ingevoerd als 4 sets van 3 cijfers; daarom moet het adres
192.168.0.7 worden ingevoerd als 192.168.000.007.
Port Number (Poortnummer)
Met dit item kan de IT-medewerker het door de host server gebruikte poortnummer invoeren.
Configuratie-instellingen: WLAN
DHCP
Met dit item definieert de IT-medewerker of het Dynamic Host Communication Protocol (DHCP) wordt gebruikt
om een IP-adres te verkrijgen.
Als DHCP is ingesteld op YES (JA) kent het netwerk automatisch en dynamisch een IP-adres toe.
Als DHCP is ingesteld op NO (NEE) moet de IT-medewerker het IP Address (IP-adres), Def Gateway (Standaard
gateway) en Sub Net Mask zelf invullen.
IP Address (IP-adres)
Met dit item kan de IT-medewerker het vaste IP-adres voor netwerktransmissie invoeren (als DHCP niet is gekozen).
Def Gateway (Standaard gateway)
Met dit item kan de IT-medewerker het adres van de standaard gateway invoeren (als DHCP niet is gekozen).
Sub Net Mask
Met dit item kan de IT-medewerker het Sub Net Address invoeren (als DHCP niet is gekozen).
SSID
Service Set Identifier (SSID) is de naam van het draadloze netwerk. Alle ELI 280 elektrocardiografen die naar
hetzelfde netwerk gaan zenden moeten dezelfde SSID-naam hebben. Raak het veld aan om het toetsenbord op het
aanraakscherm af te beelden.
PSK Passphrase (PSK-wachtwoordfrase)
De wachtwoordfrase kan 8 tot 63 ASCII-tekens of 64 hexadecimale cijfers (256 bits) lang zijn. Raak het veld aan
om het toetsenbord op het aanraakscherm af te beelden.
Sync IP
Met dit item kan de IT-medewerker het IP-adres van de host server invoeren.
OPMERKING: Adressen worden altijd ingevoerd als 4 sets van 3 cijfers; daarom moet het adres
192.168.0.7 worden ingevoerd als 192.168.000.007.
Port Number (Poortnummer)
Met dit item kan de IT-medewerker het door de host server gebruikte poortnummer invoeren.
Security (Beveiliging) (WEP)
Wired Equivalent Privacy (WEP) is een versleuteld beveiligingsprotocol (onderdeel van de 802.11-norm).
Toegangspunten kunnen meervoudige WEP-sleutels bevatten. Elk daarvan wordt aangeduid met een nummer
(bijv. 0, 1, 2, 3).
SYSTEEMINSTELLINGEN
107