STROOMONDERBREKERS, ZEKERINGEN EN
RELAIS
STROOMONDERBREKERS
Stroomonderbrekers beveiligen de stroomcircuits
tegen overbelasting; ze kunnen steeds opnieuw
worden ingesteld. Als een circuit overbelast raakt,
wordt de stroomtoevoer onderbroken. Hierna
moet de stroomonderbreker met de hand weer
opnieuw worden ingeschakeld. Druk op de
instelknop nadat de stroomonderbreker is
afgekoeld.
Stroomonderbrekers 1 t/m 9 bevinden zich onder
de stuur van de bestuurder achter het
accucompartiment.
De stroomonderbrekers 10 tot en met 15
bevinden zich achter het toegangspaneel van de
stuurbehuizing.
T17 9020171 (6−2019)
Stroomonderbreker 16 bevindt zich in de optionele
verlichtingsset boven op de vuilwatertank.
Als het circuit nog steeds overbelast is, blijft de
stroomonderbreker ingeschakeld totdat het
probleem is verholpen.
Hieronder vindt u een overzicht van de
stroomonderbrekers en de circuits die ze
beveiligen:
Stroom
Toelaat-
onderbre-
bare
ker
stroom-
sterkte
CB1
60 A
Wateropnamemodule
CB2
50 A
Voorveegmodule (optioneel)
CB3A
20 A
Zijveegborstelmodule (optioneel)
CB3B
35 A
Zijschrobborstelmodule (optioneel)
CB4
2,5 A
Contactsleutel
CB5
2,5 A
Wateropnamemodule
CB6
2,5 A
Schrobmodule
−
CB7A
Niet gebruikt
CB7B
2,5 A
Voorveegmodule (optioneel)
CB7C
2,5 A
Zijschrobborstelmodule (optioneel)
CB8
2,5 A
ec−H2O−module
CB9
2,5 A
ec−H2O−pomp
CB10
15 A
Sproeistuk
(optioneel)/Hogedrukreiniger
(optioneel)
CB11
15 A
Verlichting (optioneel)
CB12
2,5 A
Koplampen (optioneel)
CB13
2,5 A
Stroboscooplamp/Knipperlicht op
de kap (optioneel)
CB14
2,5 A
Stroboscooplamp/Knipperlicht op
het deksel van de vuilwatertank
(optioneel)
CB15
15 A
Stuurbekrachtiging (optioneel)
CB16
2,5 A
Achteruitrij−alarm/lampjes
(optioneel)
ONDERHOUD
Beveiligd circuit
93