WIJZIGINGEN VAN DE INSTELLINGEN VAN
DE ACHTERCAMERA
Wijziging van de instellingen van de
achteruitkijkcamera stelt u in staat in te stellen
hoe lang de achteruitkijkcamera aan blijft als er op
de knop voor de achteruitkijkcamera wordt
gedrukt. De achteruitkijkcamera kan worden
ingesteld op een periode van 5 en 15 seconden.
1. Zet de machine aan, meld u aan op het
hoofdscherm en druk op de instellingenknop
om het supervisor instellingenscherm te
openen. Raadpleeg TOEGANG TOT DE
SUPERVISORMODUS.
2. Druk op de knop Camera−instellingen voor
toegang tot het scherm met instellingen voor
de achtercamera.
Druk op de ophoogknop om de tijd dat de
achteruitkijkcamera aan is als de gebruiker
de knop voor achteruitkijkcamera indrukt te
verhogen.
Druk op de verlaagknop om de tijd dat de
achteruitkijkcamera aan is als de gebruiker
de knop voor achteruitkijkcamera indrukt te
verlagen.
Druk de home−knop om terug te gaan naar
het hoofdscherm.
Druk de terug−knop om terug te gaan naar
het vorige scherm.
T17 9020171 (6−2019)
SUPERVISORFUNCTIES
PROGRAMMEREN VAN DE
ZONECONTROLEKNOPPEN
Met het programmeren van de
zonecontroleknoppen kunt u de parameters voor
de zonecontroleknoppen wijzigen/bijwerken om ze
af te stemmen op de behoeften voor schrobben
en/of dweilen.
1. Zet de machine aan, meld u aan op het
supervisorscherm en druk op de
instellingenknop om het supervisor
instellingenscherm te openen. Raadpleeg
TOEGANG TOT DE SUPERVISORMODUS
2. Gebruik de borsteldruk verhoog (+) knop en
de borsteldruk verlaag (−) knop om de
borsteldruk voor de zone in te stellen.
3. Gebruik de knop voor het verhogen van de
vloeistoftoevoer (+) en de knop voor het
verlagen van de vloeistoftoevoer (−) om het
vloeistofniveau voor de zone in te stellen.
145