SUPERVISORFUNCTIES
4. Druk op de zonecontroleknop en houd deze
ingedrukt totdat het scherm "naampreset"
verschijnt.
5. Druk op de ja−knop om de zone−instellingen
in te stellen. Druk op de nee−knop om terug te
gaan naar het hoofdscherm.
146
6. Gebruik het toetsenbord om de naam in te
voeren voor de zonecontroleknop.
Druk de home−knop om terug te gaan naar
het hoofdscherm.
Druk de terug−knop om terug te gaan naar
het vorige scherm.
Druk op de enter−knop om de
zoneknopnaam op te slaan.
Druk op de backspace−knop indien nodig
om een teken te verwijderen en opnieuw in
te voeren.
Druk op de spatieknop om een spatie
tussen cijfers en letters te plaatsen.
Druk op het hekje om te schakelen tussen
het numerieke en alfanumerieke
toetsenbord.
T17 9020171 (6−2019)