Download Print deze pagina

Tennant T17 Gebruikershandleiding pagina 43

Ec-h2o

Advertenties

CONTROLELIJST VÓÓR GEBRUIK
Voordat u met de machine gaat werken, voert u
de volgende stappen uit:
- Inspecteer de machine op eventuele
vloeistoflekkage.
- Controleer de linker zijwisser op slijtage en
beschadiging.
- Controleer de hoofdborstels op
beschadigingen en slijtage. Controleer of er
geen draad, touw of koord om de
hoofdborstels is gewikkeld. Verwijder dit zo
nodig.
- Bij machines die zijn uitgerust met cilindrische
borstels: Controleer of de vuilvergaarbak leeg
en schoon is.
- Bij machines die zijn uitgerust met optionele
zijborstel: Controleer of er geen draad, touw
of koord om de schrobborstel is gewikkeld.
- Bij machines die zijn uitgerust met optionele
zijborstel: Controleer de wisser op
beschadigingen en slijtage.
- Bij machines die zijn uitgerust met optionele
voorveegeenheid: Controleer of er geen
draad, touw of koord om de schrobborstel is
gewikkeld.
- Bij machines die zijn uitgerust met optionele
voorveegeenheid: Controleer de filterzak van
het stofbeperkingssysteem.
- Bij machines die zijn uitgerust met optionele
voorveegeenheid: Controleer of de
vuilvergaarbak leeg is.
- Machines uitgerust met de optionele
zuigstang: Controleer of de vuilvergaarbak
leeg is.
- Controleer de achterwissers op slijtage en
beschadiging.
- Controleer de afdichtingen van het deksel van
de vuilwatertank op slijtage en schade.
- Controleer of het inlaatfilter van de
vacuümventilator schoon is.
- Bij machines die zijn uitgerust met het
optionele ES−systeem: Controleer of het
ES−filter onder in de vuilwatertank schoon is.
- Controleer de rechter zijwisser op
beschadigingen en slijtage.
- Controleer de afdichtingen van het
schoonwatertankdeksel op slijtage en schade.
T17 9020171 (6−2019)
- ec−H2O−schrobben: Controleer of er geen
gewoon
schoonmaakmiddel/onderhoudsmiddel meer
in de schoonwatertank zit. Spoel zo nodig de
tank schoon.
- ec−H2O−schrobben: Controleer of de
schoonwatertank alleen gevuld is met helder,
koud water.
- Controleer de claxon, koplampen,
achterlichten en zwaailichten en het
achteruitrijalarm (indien aanwezig).
- Controleer of de remmen en het stuur naar
behoren functioneren.
- Controleer parkeer−/rempedaal op juiste
werking.
- Controleer de banden op beschadigingen.
- Kijk op het onderhoudsschema of de machine
toe is aan een onderhoudsbeurt.
BEDIENING
41

Advertenties

loading