BEDIENING
REINIG HET VACUÜMFILTER VAN DE
ZUIGSTANG
Reinig het vacuümfilter van de zuigstang na elke
vijftig bedrijfsuren.
VOOR DE VEILIGHEID: Voordat u de machine
achterlaat of er onderhoud aan pleegt, dient u
de machine op een vlakke ondergrond te
parkeren, de machine uit te schakelen, de
parkeerrem in te schakelen en de sleutel uit
het contact te halen.
1. Ontgrendel en open het vacuümdeksel van de
zuigstang.
2. Verwijder het vacuümfilter van de zuigstang
en maak het stoffilter op een van de volgende
manieren schoon.
UITKLOPPEN − Klop het filter zachtjes uit op een
vlakke ondergrond. Houd daarbij de vuile kant
naar beneden. Zorg ervoor dat u de randen van
het filter niet beschadigt. Het filter sluit niet
goed af in de filterhouder als de randen zijn
beschadigd.
74
Draag altijd een veiligheidsbril als u met perslucht
werkt. Blaas lucht door het stoffilter in
tegenovergestelde richting van de pijlen. Gebruik
nooit meer dan 690 kPa (100 psi) aan luchtdruk
en zorg ervoor dat de afstand tot het filter nooit
minder dan 50 mm (2 in) bedraagt. Als u deze
methode gebruikt, kunt u het filter in de machine
laten zitten.
3. Plaats het filter terug, sluit de vacuümdeksel
van de zuigstang en vergrendel het filter na
afloop.
T17 9020171 (6−2019)