GEBRUIK VAN BEDIENINGSELEMENTEN −
ALLE MACHINES
NOODSTOPKNOP
Met de noodstopknop wordt de machine
onmiddellijk stopgezet.
Stoppen van de stroomtoevoer naar de machine:
Druk op de noodstopknop.
U schakelt als volgt de machine opnieuw in: Draai
de noodstopknop naar rechts om de knop te
lossen. Draai de contactsleutel in de UIT−stand.
Draai de sleutel vervolgens helemaal naar rechts
en laat deze los in de AAN−stand.
Gebruik deze knop alleen in noodgevallen. Hij is
niet bedoeld voor het normaal uitschakelen van de
machine.
SCHAKELAAR RIJRICHTING
Gebruik de schakelaar rijrichting om te selecteren
of u vooruit of achteruit wilt rijden. Druk op het
rijpedaal om de machine in beweging te zetten.
OPMERKING: Als u de schakelaar rijrichting in de
Achteruit−stand zet, klinkt er een alarmsignaal.
T17 9020171 (6−2019)
OPMERKING: Alleen bij machines die zijn
uitgerust met het optionele
zwaailicht/achteruitrijalarm: Het optionele
zwaailicht en het achteruitrijalarm werken alleen
als de machine achteruit rijdt.
SCHAKELAAR
MACHINEVERLICHTING/ZWAAILICHT
(OPTIONEEL)
U schakelt als volgt de machineverlichting en het
zwaailicht in: Druk het bovenste deel van de
schakelaar machineverlichting/zwaailicht in.
Zwaailicht aan: Zet de schakelaar
machineverlichting/zwaailicht in de middelste
stand.
U schakelt als volgt alle lichten uit: Druk het
onderste deel van de schakelaar
machineverlichting/zwaailicht in.
BEDIENING
35