Sturen
Door aan het stuur te draaien zwen-
ken de jetstraalbuizen en verandert
de boot van richting. Wanneer u het
stuurwiel in wijzerzin draait, zwenkt
de boot naar rechts en omgekeerd.
TYPISCH — NAAR RECHTS DRAAIEN
Boven stationair toerental moeten de
gashendels worden ingedrukt om de
boot te draaien.
WAARSCHUWING
Om de richting van de boot te
veranderen moet u gas geven en
aan het stuur draaien. De stuur-
prestatie is afhankelijk van het
aantal passagiers, de lading, de
wateromstandigheden.
Bij boten die met een jetstraalbuis
worden aangedreven, moet u wat gas
geven om te kunnen draaien. Oefen
het gas geven en wegsturen van een
ingebeeld object op een veilige plaats.
Dit is een goede praktijk om aanvarin-
gen te voorkomen.
Achteruit varen
De boot reageert anders wanneer u
achteruit vaart.
heeft de omgekeerde uitwerking als
bij het vooruit varen. Wanneer u het
stuurwiel in wijzerzin draait, zwenkt
de achterkant van de boot naar links
en omgekeerd. Geef een beetje gas.
Een te hoog toerental veroorzaakt wa-
terturbulentie en heeft een negatieve
invloed op het achteruit varen. Oefen
dit manoeuvre tijdens uw eerste vaart
op een plaats waar u geen aanvaring
kunt veroorzaken.
Leer deze functie uitgebreid ken-
nen tijdens uw eerste vaart, voor-
dat u passagiers meeneemt.
Bij het achteruit varen moet u het
stuur in de tegengestelde richting
draaien dan waarin u de achterkant
van de boot wilt bewegen.
Om de achterkant van de boot bijvoor-
beeld naar links te sturen, draait u het
stuur naar rechts.
Aan boord gaan vanaf
de wal
Net als bij elke boot moet u voorzich-
tig opstappen terwijl de motoren niet
draaien.
Wanneer u aan boord gaat vanaf de
wal, zet dan een voet op het dek van
de boot het dichtst bij de kade en zet
vervolgens uw andere voet in de boot.
Duw de boot weg van de kade.
TYPISCH
_____________________
De stuurbeweging
WAARSCHUWING
85