Modellen uitgerust met
compressor
smr2006-012-002_b
1. Intercooler
2. Uitlaatspruitstuk
3. Afvoerslang intercooler
4. Motorolievuldop
– Verwijder de beide slangen van de
intercooler.
OPMERKING: Sommige klemmen
zijn verwijderbaar en herbruikbaar; an-
dere moeten worden doorgeknipt en
vervangen.
lmo2007-002-008_a
1. Intercooler
2. Klem inlaatslang (herbruikbaar)
3. Klem uitlaatslang (vervangen)
– Laat de intercooler leeglopen en
sluit de onderste slang weer aan.
– Giet met behulp van een trechter
en een korte slang ongeveer 200 ml
(6,76 oz U.S.) antivries in de inter-
cooler via de uitlaatnippel.
_____________________
124
TYPISCH
1. Intercooler
2. Uitlaatnippel
3. Inlaatnippel
– Sluit de bovenste slang van de in-
tercooler opnieuw aan en bevestig
ze met een nieuwe klem.
Alle motoren
– Koppel de wateruitlaatslang aan de
bovenkant van het spruitstuk los
van de uitlaatpijp.
1. Uitlaatspruitstuk
2. Uitlaatpijp
3. Klem wateruitlaatslang (herbruikbaar)
– Plaats een trechter aan het uiteinde
van de wateruitlaatslang en giet
ongeveer 300 ml (10,14 oz U.S.)
antivries in het uitlaatspruitstuk.
– Sluit de bovenste wateruitlaatslang
opnieuw aan en bevestig ze met de
bestaande klem.