40) Ventilatiekanalen
De ventilatiekanalen zorgen voor de
verluchting van het motorcompar-
timent en de luchttoevoer naar de
motor. Sluit de ventilatiekanalen nooit
af.
41) Ogen boeg/hek
Boegoog
De ogen kunnen worden gebruikt om
aan te meren, te slepen en als beves-
tigingspunt voor het transport.
lmo2008-003-009_a
1. Boegoog
Hekogen
De ogen kunnen worden gebruikt om
aan te meren, te slepen en als beves-
tigingspunt voor het transport.
lmo2008-003-003_c
TYPISCH
1. Hekoog
42) Jetstraalbuizen
Wanneer u bij draaiende motor aan het
stuur draait, zwenken de jetstraalbui-
zen en verandert de boot van richting.
Gebruik de jetstraalbuis nooit als
steunpunt om op te stappen of de
boot op te heffen.
Zie AANDRIJVING onder WERKINGS-
PRINCIPE.
43) Achteruitvaarkleppen
Wanneer de schakelhendel in de vrij-
loop- of achteruit-stand wordt gezet,
bewegen
omhoog of omlaag tot de gewenste
stand.
Gebruik de kleppen nooit als
steunpunt om in te stappen. De
schakelhendel mag enkel worden
gebruikt wanneer de motor stati-
onair draait en de boot volledig
stilligt.
44) Spuigatklep
Hierlangs wordt het water van het dek
afgevoerd. Houd deze schoon om ver-
stopping te voorkomen.
lmo2008-003-018_a
TYPISCH
1. Spuigatklep
_____________________
WAARSCHUWING
de
achteruitvaarkleppen
WAARSCHUWING
67