– Motoruitlaatgassen bevatten kool-
monoxide (CO), dat bij inademing
van grotere hoeveelheden tot ern-
stige letsels of de dood kan lei-
den. Laat de boot niet draaien in
een gesloten ruimte en voorkom
ophoping van CO in of rond de
boot of op ingesloten of beschutte
plaatsen. Bijvoorbeeld wanneer de
boot is aangemeerd of tijdens het
raften. Wees alert voor het risico
van CO-uitstoot door andere boten.
– Licht alle opvarenden in over
de gevaren en symptomen van
CO-ophoping en CO-vergiftiging,
in het bijzonder door de uitlaat-
gassen van de motor en generator.
Toon hun waar de motoruitlaten (en
generatoruitlaten, indien aanwezig)
zich bevinden. Inspecteer het uit-
laat- en generatorsysteem en de
uitlaten regelmatig op defecte on-
derdelen en verstopping.
– Verbrandingsmotoren hebben lucht
nodig om te kunnen werken;
daarom kan deze boot niet volledig
waterdicht zijn. Manoeuvres zoals
"in een 8 varen", waarbij de boven-
zijde van het vaartuig onder wa-
ter komt, kunnen ernstige mo-
torproblemen door wateropname
veroorzaken. Raadpleeg de hoofd-
stukken SPECIALE PROCEDURES
en
GARANTIE-INFORMATIE
deze Gebruikershandleiding.
– Respecteer de verboden zones, de
rechten van andere watergebrui-
kers en het milieu. Als "schipper"
en eigenaar van een boot bent u
verantwoordelijk voor de schade
die uw boot aan andere boten aan-
richt. Laat niemand toe, afval over-
boord te gooien.
– Tussen zonsondergang en zonsop-
gang moet u de navigatielichten van
uw boot aanzetten en uw snelheid
matigen. Gebruik uw boot niet bij
beperkte zichtbaarheid.
– Voeg geen accessoires of uitrusting
toe die de zichtbaarheid of bestu-
ring van uw boot nadelig beïnvloe-
den.
___________
in
VEILIGHEIDSINFORMATIE
– Tijdens stormen moet de schipper
persoonlijk het roer nemen.
Voor u uitvaart...
– Voer
altijd
gebruik
uit,
Gebruikershandleiding
beschreven.
– Overschrijd nooit de toegelaten
maximumbelading of het maximum
aantal passagiers van deze boot,
die u vindt op het capaciteitsplaatje
en in de specificaties. Overlading
kan de wendbaarheid, stabiliteit
en vaarprestaties nadelig beïnvloe-
den.
Ook zware zee beperkt de
capaciteit.
De informatie op het
capaciteitsplaatje is geen excuus
om uw gezond verstand of eigen
beoordelingsvermogen niet te ge-
bruiken.
– Inspecteer regelmatig de boot,
romp, motor, veiligheidsuitrusting
en alle andere vaaruitrusting en
houd deze in een veilige bedrijfs-
toestand.
– Zorg ervoor dat u alle vereiste vei-
ligheidsuitrusting, reddingsvesten
en andere benodigde uitrusting bij
hebt alvorens uit te varen.
– Controleer
reddingsuitrusting,
meer het brandblusapparaat, in
goede staat verkeert en makkelijk
bereikbaar is. Toon alle passagiers
waar deze uitrusting zich bevindt
en zorg ervoor dat iedereen ze kan
gebruiken.
– Houd het weer in het oog. Con-
troleer de plaatselijke weersvoor-
spellingen alvorens uit te varen.
Wees alert voor veranderende om-
standigheden.
– Bewaar nauwkeurige en actuele
kaarten van de vaarregio aan boord.
Controleer de toestand van het wa-
ter in de regio waar u wilt gaan
varen alvorens uit te varen.
– Bezorg voor uw vertrek een vaar-
plan aan een verantwoordelijke per-
soon aan wal.
__________
de
controle
die
in
wordt
of
onder
voor
deze
alle
13