INSTRUMENTEN, FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R V V O O O O R R Z Z A A D D E E L L T T A A S S - - / / K K O O F F F F E E R R B B A A K K - -
S S L L O O T T ( ( I I N N D D I I E E N N A A A A N N W W E E Z Z I I G G ) )
Gebruik de sleutelzender of de vergrendelingsschakelaar op de
console om de elektrische zadeltas- en kofferbaksloten te openen
en te sluiten. Wanneer u de consolevergrendelingsschakelaar
gebruikt, moet de sleutelzender binnen bereik zijn. Als de
sleutelzender niet wordt gedetecteerd, gaat het veiligheidslampje
knipperen. Het systeem zal het vergrendelings- of
ontgrendelingscommando niet uitvoeren.
36
S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R S S V V O O O O R R V V E E R R W W A A R R M M D D E E E E N N G G E E - -
K K O O E E L L D D E E Z Z A A D D E E L L S S ( ( I I N N D D I I E E N N A A A A N N W W E E Z Z I I G G ) )
Gebruik de schakelaars op de linkeronderkant van het zadel om
de verwarmings- en koelingsinstellingen aan te passen. De
voorste schakelaar
regelt de instellingen voor het
bestuurderszadel, en de achterste schakelaar
regelt de instelling van het passagierszadel.
Voor modellen uitgerust met Ride Command verschijnt een korte
pop-up op het aanraakscherm wanneer het temperatuurniveau
verandert.
(indien aanwezig)