INSTRUMENTEN, FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
E E X X T T R R A A L L I I C C H H T T S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R ( ( I I N N D D I I E E N N A A A A N N W W E E Z Z I I G G ) )
De extra lichten zorgen voor extra verlichting aan weerszijden van
de koplamp. Sommige rijders geven er de voorkeur aan de extra
lichten te gebruiken bij mist of bij het passeren van een voertuig
om de zichtbaarheid voor andere weggebruikers te verbeteren.
Druk op de extralichtschakelaar om de extra verlichting aan of uit
te zetten. De achtergrondverlichting van de schakelaar verandert
van kleur om aan te geven of de verlichting aan of uit is.
UIT: Rood licht
AAN: Groen licht
De extra lichten gaan uit wanneer de vermogensschakelaar wordt
uitgezet. De extra lichten gaan automatisch aan als de motor start,
als ze aan waren toen de motor werd afgezet.
De achtergrondverlichting van de schakelaar knippert als er een
storing is van een van beide extra lichten.
34
S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R V V O O O O R R V V E E R R W W A A R R M M I I N N G G V V A A N N H H A A N N D D - -
G G R R E E P P E E N N ( ( I I N N D D I I E E N N A A A A N N W W E E Z Z I I G G ) )
Druk op de boven- of onderkant van de schakelaar om de
handgreepverwarming in te schakelen. Het midden van de
schakelaar licht op wanneer de verwarming is ingeschakeld. Druk
op het midden van de schakelaar om de verwarming uit te zetten
w
.