ONDERHOUD
W W I I E E L L U U I I T T L L I I J J N N I I N N G G
Controleer de achterwieluitlijning tijdens regelmatige
onderhoudsbeurten, telkens wanneer het achterwiel wordt
verwijderd en wanneer de achterste aandrijfriem wordt afgesteld.
Neem contact op met uw dealer voor deze service.
140
I I N N S S T T A A L L L L A A T T I I E E V V O O O O R R W W I I E E L L
Als het voorwiel om welke reden dan ook wordt verwijderd, moet
het in de juiste draairichting worden teruggeplaatst.
Reinig alle onderdelen van het wiel voor de installatie. Breng een
dun laagje universeel vet op de as en beide afstandsstukken aan.
q
Rechter voorvorkbuis
w
Linker voorvorkbuis
e
Knelbout 24,4-25,7 N·m (18-19 ft-lb)
r
Asbout 70 N·m (52 ft-lb)
t
Wielafstandhouders 23,5 mm (0,925 in)