ONDERHOUD
5. Herplaats de afdichtingskap. Zorg ervoor dat hij goed afsluit
rond de lampvoet en de lens om condens te voorkomen.
6. Monteer de koplampbehuizing van de stuurgondel weer.
7. Haal de twee (2) bovenste bouten aan.
AANHAALMOMENT
4 N·m (36 in-lb)
8. Haal de vier (4) achterste bouten aan.
AANHAALMOMENT
9,5 N·m (84 in-lb)
154
V V E E R R V V A A N N G G I I N N G G G G L L O O E E I I L L A A M M P P I I N N D D E E K K O O P P L L A A M M P P
( ( C C H H I I E E F F T T A A I I N N - - M M O O D D E E L L L L E E N N ) )
1. Verwijder de twee bouten waarmee de voorste sierring aan de
kuip is bevestigd (indien aanwezig). Trek voorzichtig aan de
bovenkant van de koplampbehuizing om het
vergrendelingslipje bovenop de behuizing los te maken en
trek de behuizing er vervolgens af.
2. Verwijder de vier schroeven
koplampbevestigingsring
bevestigingsring.
Gereedschap: Phillips schroevendraaier of universeel
gereedschap
q
waarmee de
w
vastzit. Verwijder de