Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beschrijving; Elektrische Aansluiting; Motorbeveiliging - Grundfos CM Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Inhoudsopgave

Advertenties

1
Afb. 7
Aftapplug van motor
Pos.

Beschrijving

1
Aftapplug van motor
De open aftapplug helpt om condensatie in de motor
te voorkomen, omdat hierdoor de motor zichzelf ven-
tileert en water en vochtige lucht kunnen ontsnap-
pen.
Als u de motor buiten installeert, dient de motor te
worden uitgerust met een geschikte beschermkap ter
voorkoming van condensatie. Zie afb. 8.
Afb. 8
Voorbeelden van beschermkappen (niet
geleverd door Grundfos)

3.7 Elektrische aansluiting

Voer de elektrische aansluiting uit in overeenstem-
ming met de lokale voorschriften.
Controleer of de voedingspanning en -frequentie
overeenkomen met de waarden die op het type-
plaatje vermeld staan.
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het
product begint, dient u er zeker van te
zijn dat de voeding is uitgeschakeld en
niet per ongeluk kan worden ingescha-
keld.
- De pomp moet worden aangesloten op
een externe hoofdschakelaar voor alle
polen volgens de lokale regelgeving.
- Het product dient in overeenstemming
met de plaatselijke regelgeving geaard
te worden en te worden beschermd
tegen indirect contact.
- Kabels die zijn aangesloten op voe-
dingskasten moeten worden geschei-
den van elkaar en van de voeding door
verstevigde isolatie.
6
3.7.1 Voedingskabel
Om te voldoen aan de norm EN 60335-1 moet de
voedingskabel minimaal geschikt zijn voor een
bedrijfstemperatuur van 105 °C (221 °F).
De voedingskabel moet voldoen aan het 450/750 V
spanningsvereiste van een H07-kabel. De toege-
stane minimale dwarsdoorsnede van de kabels
2
bedraagt 4 x 1,0 mm
.
Kabelwartel
De voedingskabel moet worden geïnstalleerd door
een kabelwartel die op dusdanige wijze is aange-
bracht in de klemmenkast dat de IP-klasse van de
motor intact blijft. De kabelwartel moet het correcte
formaat hebben zodat deze een afdichting rondom
de voedingskabel biedt die voldoet aan de IP-klasse
van de motor. Zie het typeplaatje van de motor.

3.7.2 Motorbeveiliging

Eenfasemotoren, 230 V, 60 Hz
Deze motoren hebben een ingebouwde motorbeveili-
ging en hebben geen verdere motorbeveiliging
nodig. De motorbeveiliging reset automatisch.
Eenfasemotoren, 1 x 115/230 V, 60 Hz
Deze motoren zijn niet voorzien van motorbeveiliging
en moeten worden aangesloten op een motorbeveili-
gingsschakelaar die handmatig kan worden gereset.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar in op maximaal
1,15 x I
.
1/1
Andere eenfasemotoren
Deze motoren hebben een ingebouwde stroom- en
temperatuurafhankelijke motorbeveiliging in over-
eenstemming met IEC 60034-11 en hebben geen
andere motorbeveiliging nodig. De motorbeveiliging
is van het type TP 211, dat zowel reageert op lang-
zaam als snel stijgende temperaturen. De motorbe-
veiliging wordt automatisch gereset.
Driefasenmotoren tot 3 kW
Deze motoren moeten worden aangesloten op een
motorbeveiligingsschakelaar die handmatig kan wor-
den gereset.
Stel de motorbeveiligingsschakelaar in op maximaal
1,15 x de stroomsterkte bij vollast.
Driefasenmotoren van 3 kW en zwaarder
Deze motoren beschikken over ingebouwde thermis-
tors (PTC)*. De thermistors zijn ontworpen volgens
DIN 44082. De motorbeveiliging is van het type TP
211, dat zowel reageert op langzaam als snel stij-
gende temperaturen.
*
Is alleen van toepassing op motoren met de vol-
gende voedingsspanningen:
3 x 200 V / 346 V, 50 Hz
3 x 200-220 V / 346-380 V, 60 Hz
3 x 220-240 V / 380-415 V, 50 Hz.
Motoren met andere voedingsspanningen moeten
worden aangesloten op een motorbeveiligingsscha-
kelaar, zoals beschreven voor driefasenmotoren tot
3 kW.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave