9. Technische specificaties
9.1 Beschermingsklasse
•
IP55 (standaard)
•
IPx5 (met aftapplug van motor verwijderd).
9.2 Geluidsbelasting
De geluidsbelasting van de pompen is lager dan 70
dB(A).
9.3 Omgevingstemperatuur
Zelfaanzuigende pompen:
De vloeistoftemperatuur mag niet hoger
zijn dan 60 °C (140 °F).
Maximale omge-
vingstemperatuur
2)
55 °C (131 °F)
2)
50 °C (122 °F)
45 °C (113 °F)
40 °C (104 °F)
1)
Alleen de RVS-variant (EN 1.4301/AISI 304) is
geschikt voor het verpompen van vloeistoffen
met een temperatuur hoger dan 90 °C (194 °F).
2)
Geldt niet voor pompen met PSE-goedkeuring
(pompen die zijn goedgekeurd voor gebruik in
Japan).
9.4 Maximale systeemdruk en toegestane vloeistoftemperatuur
Materiaalvariant
Gietijzer
(EN-GJL-200)
Roestvast staal
(EN 1.4301 / AISI 304)
Roestvrijstaal
(EN 1.4401 / AISI 316)
*
Bij vloeistoftemperaturen lager dan 0 °C (32 °F) kan een hoger motorvermogen nodig zijn, vanwege de
hogere viscositeit, bijvoorbeeld wanneer u glycol aan het water hebt toegevoegd.
** 120 °C (248 °F) is alleen van toepassing als de pomp een AQQE-asafdichting heeft.
*** CM-pompen voor het verpompen bij temperaturen lager dan -20 °C (-4 °F) zijn op verzoek verkrijgbaar.
Neem contact op met Grundfos.
14
Vloeistoftemperatuur
1) + 2)
90 °C (194 °F)
1) + 2)
100 °C (212 °F)
1)
110 °C (230 °F)
1)
120 °C (248 °F)
Asafdichting
Toegestane vloeistoftemperatuur*
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
AQQx
-20 tot +90 °C
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
-20*** tot +90 °C
AQQx
91 tot 120 °C**
-20 tot +40 °C
AVBx
41 tot 90 °C
-20*** tot +90 °C
AQQx
91 tot 120 °C**
Als de omgevingstemperatuur hoger wordt dan 55 °C
(45 °C voor pompen met PSE-goedkeuring), mag de
motor niet volledig worden belast vanwege het risico
op oververhitting. In dergelijke gevallen moet u
mogelijk het motorvermogen afwaarderen of een
krachtigere motor met een hoger nominaal vermo-
gen gebruiken. U kunt het vermogen van de
CM-pompen zonder verdere gevolgen afwaarderen
afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Neem
contact op met Grundfos voor meer informatie. Zie
afb. 13.
P2
[%]
100
90
80
70
60
50
20 25 30 35 40 45 50 55 60 65 70 75 80
Afb. 13 Afwaardering op grond van omgevings-
temperatuur
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
(-4 tot +104 °F)
(105,8 tot 194 °F)
(-4 tot +194 °F)
(195,8 tot 248 °F)
t [°C]
Maximale systeem-
druk
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)
10 bar
(145 psi)
6 bar
(87 psi)
16 bar
(232 psi)
10 bar
(145 psi)