Bij machines met gereduceerde werkbreedte moet de gelijkmatige afstand van 3 mm enkel ter
hoogte van de bewogen nokkenschijven worden gecontroleerd. In het bereik van de volle schijven
kan de afstand variëren (geen transport van meststof).
Afstand nokkenschijven - strooibak instellen
u
De afstand aan de stelschroeven [3] van
het strooibaklager op 3 mm instellen.
Als de instelling van de afstand op 3 mm niet meer mogelijk is, moeten de nokkenschijven van de
doseeras worden vervangen.
Andere doseerorganen op slijtage controleren:
•
Luchtgeleidingen, afdichtingstrechters, bochtstukken, meststofslangen en verdeelschijven op
slijtage controleren.
•
Bij breuk door slijtage moeten deze componenten worden vervangen.
De juiste doseerhoeveelheid controleert u door middel van de afdraaiproef (zie 8.2 Afdraaiproef
uitvoeren
AERO 32.1
Afb. 46: Afstand nokkenschijven - strooibak
instellen
5903281
10. Onderhoud en reparatie
83