Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

GEBRUIKSAANWIJZING
Vóór inbedrijfstelling
zorgvuldig doorlezen!
Bewaren voor toekomstig
gebruik
Deze
gebruiksaanwijzing/montage-
handleiding is een deel van de machine.
Leveranciers van nieuwe en gebruikte
machines zijn verplicht, om schriftelijk te
documenteren dat de gebruiksaanwij-
zing/ montagehandleiding met de ma-
chine geleverd en aan de klant
overhandigd werd.
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
a
5903083-
-nl-0620

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Rauch AXENT 100

  • Pagina 1 GEBRUIKSAANWIJZING Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen! Bewaren voor toekomstig gebruik Deze gebruiksaanwijzing/montage- handleiding is een deel van de machine. Leveranciers van nieuwe en gebruikte machines zijn verplicht, om schriftelijk te documenteren dat de gebruiksaanwij- zing/ montagehandleiding met de ma- chine geleverd en aan de klant overhandigd werd.
  • Pagina 2 Voorwoord Geachte klant, door de aankoop van de grote strooier AXENT 100.1 heeft u vertrouwen in ons product getoond. Hartelijk dank! Dit vertrouwen willen wij rechtvaardigen. U hebt een krachtige en betrouwbare ma- chine gekocht. Mochten er tegen de verwachting in problemen optreden: onze klantenservice staat altijd voor u klaar.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Inhoud Voorwoord Gebruik volgens de voorschriften Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing......... . 3 Opbouw van de gebruiksaanwijzing .
  • Pagina 4 Inhoud Technische gegevens Fabrikant ............31 Beschrijving van de machine .
  • Pagina 5 Meststof strooien (AXIS-PowerPack) ........90 7.4.1 Verloop van het strooibedrijf met AXENT 100.1 ..... 90 7.4.2 Aanwijzingen bij de strooitabel .
  • Pagina 6 Inhoud Instelling van de disselvering ......... 132 9.10 Instelling van de transportband .
  • Pagina 7: Gebruik Volgens De Voorschriften

    Te voorziene onjuiste toepassing De fabrikant wijst door middel van de op de grote strooier AXENT 100.1 aange- brachte waarschuwingen en waarschuwingstekens op te voorziene foutieve toe- passingen. Neem altijd goed nota van deze waarschuwingen en waarschuwingstekens.
  • Pagina 8 Gebruik volgens de voorschriften...
  • Pagina 9: Aanwijzingen Voor De Gebruiker

    Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is bestanddeel van de machine. De gebruikshandleiding bevat belangrijke aanwijzingen voor een veilig, deskun- dig en economisch gebruik en onderhoud van de machine. Het naleven ervan helpt gevaren te vermijden, reparatiekosten en uitvaltijden te verminderen en de betrouwbaarheid en levensduur van de machine te verhogen.
  • Pagina 10: Aanwijzingen Voor De Tekstweergave

    Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de tekstweergave 2.3.1 Instructies en aanwijzingen Door bedieningspersoneel uit te voeren handelingen zijn weergegeven als ge- nummerde lijst. 1. Handelingsinstructie stap 1 2. Handelingsinstructie stap 2 Instructies die slechts één enkele stap omvatten, worden niet genummerd. Dit geldt ook voor handelingen waarbij de volgorde waarin ze worden uitgevoerd, niet dwingend voorgeschreven is.
  • Pagina 11: Veiligheid

    Veiligheid Veiligheid Algemene aanwijzingen Het hoofdstuk Veiligheid bevat fundamentele waarschuwingsaanwijzingen, werk- en verkeersveiligheidsvoorschriften voor de omgang met de getrokken ma- chine. Het opvolgen van de aanwijzingen in dit hoofdstuk is van fundamenteel belang voor een veilige omgang met en een storingsvrij gebruik van de machine. Bovendien zijn in de andere hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing verdere waarschuwingen te vinden, die u eveneens nauwkeurig in acht dient te nemen.
  • Pagina 12 Veiligheid Gevarenniveaus van de waarschuwingen Het gevarenniveau wordt door het signaalwoord aangegeven. De gevarenni- veaus zijn als volgt geclassificeerd: n GEVAAR Soort en bron van gevaar Deze waarschuwing waarschuwt voor een onmiddellijk dreigend gevaar voor de gezondheid en het leven van personen. Veronachtzaming van deze waarschuwingen leidt tot zeer ernstig letsel, ook met dodelijke afloop.
  • Pagina 13: Veiligheid Van De Machine - Algemeen

    Instructie Verkooppartners, fabrieksvertegenwoordigers of medewerkers van de firma RAUCH instrueren de exploitant in de bediening en het onderhoud van de machi- De exploitant dient ervoor te zorgen dat nieuw bedienings- en onderhoudsperso- neel zorgvuldig wordt geïnstrueerd in de bediening en het onderhoud van de ma-...
  • Pagina 14: Ongevallenpreventie

    Veiligheid 3.4.3 Ongevallenpreventie De veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften zijn in ieder land wettelijk ge- regeld. Voor het naleven van de in het desbetreffende land geldende voorschrif- ten is de exploitant van de machine verantwoordelijk. Neem bovendien nog goed nota van de volgende aanwijzingen: ...
  • Pagina 15: Controles Vóór De Inbedrijfstelling

    Veiligheid 3.5.3 Controles vóór de inbedrijfstelling Controleer vóór de eerste en iedere verdere inbedrijfstelling de machine op ge- bruiksveiligheid.  Zijn alle veiligheidsinrichtingen op de machine aanwezig en functioneren deze?  Zijn alle bevestigingsdelen en dragende verbindingen vast aangebracht en verkeren deze in correcte staat? ...
  • Pagina 16: Gevarenzone

    Veiligheid 3.5.4 Gevarenzone LET OP Voor meer informatie over de achteruitrijcamera zie 6.11: Camera voor achter- uitrijbeveiliging, pagina 83 Weggeslingerd strooimiddel kan leiden tot ernstig letsel (bijv. van de ogen). Bij verblijf tussen trekker en machine bestaat groot tot dodelijk gevaar door weg- rollen van de trekker of door machinebewegingen.
  • Pagina 17: Lopend Bedrijf

    Veiligheid 3.5.5 Lopend bedrijf  Bij functiestoringen van de machine moet u de machine onmiddellijk stilzetten en beveiligen. Laat de storingen direct verhelpen door hiervoor gekwalifi- ceerd personeel.  Stap nooit bij ingeschakelde strooi-inrichting op de machine.  Roterende machinedelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Houd lichaams- delen en kledingstukken op afstand van roterende delen.
  • Pagina 18: Gebruik Van Meststof, Slakkenkorrels En Kalk

    Veiligheid Gebruik van meststof, slakkenkorrels en kalk Onvakkundige keuze of gebruik van de meststof en kalk kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel of milieuschade.  Neem de nationale voorschriften voor de bescherming van de gezondheid en het milieu in acht. Neem bij het gebruik van slakkenkorrels de landspecifieke voorschriften voor gewasbescherming in acht.
  • Pagina 19: Onderhoud En Reparatie

    Veiligheid Onderhoud en reparatie Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen.  Voer onderhouds- en reparatiewerkzaamheden altijd met extra aandacht uit. Werk uiterst zorgvuldig en met besef van gevaren. 3.8.1 Kwalificatie van het onderhoudspersoneel ...
  • Pagina 20: Onderhouds- En Reparatiewerkzaamheden

    Veiligheid 3.8.3 Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden  Zet vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden alsmede bij het verhelpen van storingen de motor van de trekker uit. Wacht totdat alle draaiende delen van de machine tot stilstand zijn gekomen.  Zorg ervoor dat niemand de machine onbevoegd kan inschakelen. Verwijder de contactsleutel van de trekker.
  • Pagina 21: Verkeersveiligheid

    Veiligheid Verkeersveiligheid Het rijden op openbare wegen met de getrokken machine zonder aangebouwd strooiwerk is verboden (bescherming tegen onder de machine geraken). Bij het rijden op de openbare weg moet de trekker met getrokken machine en aangebouwd strooiwerk voldoen aan de verkeersveiligheidsvoorschriften van het betreffende land.
  • Pagina 22: Transportrit Met De Machine

    Veiligheid 3.9.2 Transportrit met de machine Het rijgedrag, de stuur- en remeigenschappen van de trekker veranderen door de getrokken machine. Zo wordt bijv. door een te hoge verticale last van de machine de vooras van uw trekker ontlast en zodoende het stuurvermogen beïnvloed. ...
  • Pagina 23: Veiligheidsinrichtingen En Informatie Voor De Gebruiker Op De Machine

    [11] Waarschuwing wig [4] Waarschuwing contactsleutel verwijderen [12] Verlichting naar voren met waarschuwingsbord [5] Instructie toerental PTO [13] Spatbordverlenging [6] Typeplaatje aanhanger [14] Typeplaatje strooiwerk [7] Typeplaatje en homologatieplaatje [15] Beschermplaat voor geleiderollen en transport- [8] Serienummer AXENT 100.1 band...
  • Pagina 24 Veiligheid Afb. 3.3: Positie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies, achter [1] Waarschuwingsbord [6] Waarschuwing bewegende delen [2] Achterlicht, remlicht, knipper Waarschuwing gevaar voor beknelling [3] Achterlicht, remlicht [7] Waarschuwing uitworp materiaal [4] Spatbordverlenging [8] Toelaatbare maximale snelheid [5] Rode reflectoren...
  • Pagina 25 Veiligheid Afb. 3.4: Positie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instructies, boven [1] Bevestigingsogen [7] AfdekkapWaarschuwing Beknellingsgevaar tus- [2] Instructie bevestigingsoog in voorraadbak sen trekker en machine (achter afdekkap aan de [3] Instructie reinigingsklep AXIS-PowerPack) [4] Waarschuwing Gevaar door Waarschuwing contactsleutel verwijderen Hydraulisch systeem [8] Stootbeugel [5] Waarschuwing explosiegevaar onder de...
  • Pagina 26 Veiligheid Afb. 3.5: Locatie van de veiligheidsinrichtingen, waarschuwingen en instruc- ties, op de LIME-PowerPack [1] Instructie Beklimmen verboden [2] Waarschuwing Gevaar door hydraulisch systeem [3] Waarschuwing contactsleutel verwijderen [4] Waarschuwing beknellingsgevaar tussen trekker en machine [5] Waarschuwing uitworp materiaal [6] Waarschuwing bewegende delen [1] Beschermplaat [2] Bevestigingsoog [3] Aftakasbeveiliging...
  • Pagina 27 Veiligheid Afb. 3.7: Beveiliging tegen ongeoorloofd gebruik op aanhangers...
  • Pagina 28: Functie Van De Veiligheidsinrichtingen

    Veiligheid 3.10.2 Functie van de veiligheidsinrichtingen De veiligheidsinrichtingen beschermen uw gezondheid en uw leven.  Vergewis u er vóór werkzaamheden met de machine van dat de veiligheids- inrichtingen goed functioneren.  Gebruik de machine alleen met werkzame veiligheidsinrichtingen. Benaming Functie Aftakasbeveiliging Verhindert het intrekken van lichaamsdelen en kle- dingsstukken in de roterende aftakas.
  • Pagina 29: Stickers Waarschuwingen En Instructies

    Veiligheid 3.11 Stickers waarschuwingen en instructies Op de machine zijn verscheidene waarschuwingen en instructies aangebracht (voor de positie op de machine zie Afb. 3.2 Afb. 3.4) De waarschuwingen en instructies maken deel uit van de machine. Ze mogen niet worden verwijderd of gewijzigd. Ontbrekende of onleesbare waarschuwingen of instructies moeten onmiddellijk worden vervangen.
  • Pagina 30: Waarschuwingsstickers

    Veiligheid 3.11.1 Waarschuwingsstickers Gebruiksaanwijzing en waarschuwingen lezen. Alvorens de machine in bedrijf te stellen, de gebruiksaanwij- zing en waarschuwingen lezen en in acht nemen. De gebruiksaanwijzing geeft u uitvoerig uitleg over de bedie- ning en geeft u waardevolle aanwijzingen voor de bediening, het onderhoud en de verzorging.
  • Pagina 31 Veiligheid Gevaar voor beknelling Gevaar voor beknelling van de hand. Het is verboden met de hand in de gevarenzone te komen. Verbod op meerijden Gevaar voor uitglijden en letsel. Tijdens de strooiwerkzaam- heden en de transportrit niet op het platform van de machine klimmen.
  • Pagina 32 Veiligheid Machine bij het parkeren beveiligen tegen wegrollen met wiggen. Verbod op spatwater Het is verboden om water te spuiten in de buurt van elektri- sche componenten (schakelkast, jobcomputer, elektrische leidingen).
  • Pagina 33: Instructiestickers En Typeplaatje

    Veiligheid 3.11.2 Instructiestickers en typeplaatje Toerental PTO Het nominale toerental van de PTO bedraagt 750 omw./min. Bevestigingsoog op het frame Markering voor de bevestigingsplaats van hef- tuig Smeerpunten Aanzetpunt voor de krik Reinigingsklep is open...
  • Pagina 34 Veiligheid Reinigingsklep is gesloten Toelaatbare maximale snelheid Typeplaatje aanhanger Fabrieksplaatje AXIS-PowerPack Fabrieksplaatje LIME-PowerPack...
  • Pagina 35: Markering Van De Machine

    Veiligheid 3.12 Markering van de machine RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH Landstr. 14 * 76547 Sinzheim * Germany Serial No RLxxxxxxxxxxxxxxx Brand RAUCH Machine - - - - Model - - - - Unladen Mass xxxx kg - xxxx kg Year of manufacture 20xx Model year 20xx Afb.
  • Pagina 36: Verlichtingssysteem, Voor- En Achterreflectoren, Zijreflectoren

    Veiligheid Brand RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH Cat. Approval No Serial No RLxxxxxxxxxxxxxxx Total ....kg Drawbar ....kg Axle 1 ....kg Axle 2 ....kg Axle 3 ....kg Towable Config Brake-B x Tong. -T Afb. 3.9: Homologatieplaatje [1] Fabrikant...
  • Pagina 37: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Fabrikant RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH Landstraße 14 D-76547 Sinzheim Telefoon: +49 (0) 7221 / 985-0 Fax: +49 (0) 7221 / 985-200 Servicecentrum, Technische klantenservice RAUCH Landmaschinenfabrik GmbH Postfach 1162 D-76545 Sinzheim Fax: +49 (0) 7221 / 985-203...
  • Pagina 38: Basismachine

    Technische gegevens 4.2.1 Basismachine Afb. 4.1: Componenten en functie van de machine AXENT, zijaanzicht [1] Voorraadbak [5] Bedrijfsrem [2] Achteruitrijcamera [6] Steunvoet [3] Wiel [7] Inklapbare zijafdekking [4] Parkeerrem [8] Aftakas...
  • Pagina 39 Technische gegevens Afb. 4.2: Componenten en functie van de machine AXENT, vooraanzicht [1] Vulschroef olietank [5] Opstap [2] Transporthouder wig [6] Slang- en kabelhouder [3] Transportband [7] Platform [4] Onderhoudsklep...
  • Pagina 40 Technische gegevens Afb. 4.3: Componenten en functie van de machine AXENT, achteraanzicht [1] Voordoseerschuif [3] Afneembare scheidingsplaat [2] Afkamwals...
  • Pagina 41: Meststrooier Axis-Powerpack

    Technische gegevens 4.2.2 Meststrooier AXIS-PowerPack Afb. 4.4: Componenten en functie van de meststrooier AXIS-PowerPack [1] Koppelpunten [2] Voorraadbak [3] Instelcenter afgiftepunt [4] Strooischijfaandrijving [5] Strooischijf [6] Strooischijfbescherming [7] Stootbeugel...
  • Pagina 42: Kalkstrooiwerk Lime-Powerpack

    Technische gegevens 4.2.3 Kalkstrooiwerk LIME-PowerPack Afb. 4.5: Componenten en functie van het kalkstrooiwerk LIME-PowerPack [1] Koppelpunten [2] Trechter [3] Strooischijfbescherming [4] Stootbeugel [5] Strooischijfaandrijving [6] Strooischijf...
  • Pagina 43: Machinegegevens

    Technische gegevens Machinegegevens 4.3.1 Varianten LET OP Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar. Type AXENT 100.1 AXENT 100.1 Stuuras Starre as   Spoorbreedte 2 m tot 2,25 m  Spoorbreedte 2,4 m met dissel voor onderaanhanging ...
  • Pagina 44: Technische Gegevens Basisversie

    Technische gegevens 4.3.3 Technische gegevens basisversie Gegevens AXENT Breedte 2,55 m afhankelijk van de banden tot 3,0 m aan de wielen Hoogte 3,15 m Bodemvrijheid (referentie onderkant frame) 0,75 m Capaciteit 9 400 l Vulhoogte 2,95 m Lengte van aanhanger tot einde voertuig ca.
  • Pagina 45 Technische gegevens Gewichten en lasten: LET OP Het leeggewicht (massa) van de machine is al naargelang uitrusting verschil- lend. Op het fabrieksplaatje staat het minimale en maximale gewicht van de ma- chine aangegeven. De technische informatie in het certificaat van overeenstemming (CoC - Certifi- cate of Conformity) is doorslaggevend.
  • Pagina 46 Technische gegevens Ligging van het zwaartepunt: LET OP De ligging van het zwaartepunt hangt af van de koppelingsvariant, de aspositie en de vulhoeveelheid van de voorraadbak. Afb. 4.6: Ligging van het zwaartepunt in onderaanhanging [A] Zwaartepunt bij volle bak [B] Zwaartepunt bij lege bak Lengte Onderaanhanging (mm) 1111...
  • Pagina 47 Technische gegevens Afb. 4.7: Ligging van het zwaartepunt in bovenaanhanging [A] Zwaartepunt bij volle bak [B] Zwaartepunt bij lege bak Lengte Bovenaanhanging (mm) 2390 4590 1460 2010...
  • Pagina 48: Technische Gegevens Meststrooier

    Technische gegevens 4.3.4 Technische gegevens meststrooier Gegevens AXIS-PowerPack Totale breedte met stootbeugel 2,55 m Werkbreedte 18 - 50 m Capaciteit voorraadbak circa 200 l Massastroom 500 kg/min. Hydraulische druk 200 bar Hydraulisch vermogen 60 l/min 1. Werkbreedte afhankelijk van soort meststof 2.
  • Pagina 49: Wielen En Banden

    Technische gegevens Wielen en banden LET OP Enkele modellen zijn niet in alle landen leverbaar. Let op de markeringen op de band:  Snelheidscategorie A8 voor 40 km/u  Lastindex (LI) LI = 164 voor een draagvermogen van 5000 kg LET OP De luchtdruk kan sterk verschillen van die van de bandenfabrikant.
  • Pagina 50 Technische gegevens Luchtdruk van de banden in bar Spoor- Starre as Starre as breedte in Stuuras 2 m Laadvermogen 2,40 m 5000 kg Wielgrootte bij 40 km/u 2,25   VF 380/90 R46 2,40    2,25 VF 380/105 R50 ...
  • Pagina 51: Speciale Uitvoeringen

    Technische gegevens Speciale uitvoeringen 4.5.1 Speciale uitvoeringen voor de grote strooier  Dissel voor bovenaanhanging (2000 kg verticale last)  Aftakas 1 3/8“, 6-delig  Weegvoorziening  Stuurpenbesturing 4.5.2 Speciale uitrustingen kalkstrooiwerk  Kalkstrooiwerk LIME-PowerPack met afkamwals  Onderdelenset granulaatschijven voor LIME-PowerPack met strooischijfset ...
  • Pagina 52 Technische gegevens Werklamp SpreadLight Afb. 4.9: Speciale uitrusting SpreadLight De speciale uitrusting SpreadLight [1] helpt de gebruiker bij de optische controle van de afzonderlijke strooierfuncties tijdens het strooien in het donker. De speciale uitrusting SpreadLight bestaat uit fel ledlicht en is speciaal gericht op de strooiwaaiers.
  • Pagina 53: Transport Zonder Trekker

    Transport zonder trekker Transport zonder trekker Algemene veiligheidsaanwijzingen n VOORSICHTIG Materiële schade door verkeerd transport De bevestigingsogen in de voorraadbak zijn niet geschikt voor het optillen van de volledige machine. Ze dienen uitsluitend voor het transport van de voorraadbak tijdens de productie. Niet-naleving leidt tot schade aan de machine.
  • Pagina 54 Transport zonder trekker...
  • Pagina 55: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Overname van de machine Controleer bij de overname van de machine de volledigheid van de levering. Bij de standaard levering horen  1 grote strooier AXENT 100.1  1 gebruiksaanwijzing AXENT 100.1  1 ISOBUS-kabel  1 vulzeef in de voorraadbak ...
  • Pagina 56: Informatie Over Registratie En Bedrijfsvergunning

    Inbedrijfstelling Informatie over registratie en bedrijfsvergunning 6.2.1 Duitsland De machine beschikt over een EU-typegoedkeuring en mag dus deelnemen aan het wegverkeer. In Duitsland is voor de machine geen registratie vereist - FZV §3 (2) 2 h). Het Cer- tificaat van Overeenstemming (Certificate of Conformity - CoC) is een "bedrijfs- vergunning".
  • Pagina 57: Eisen Aan De Trekker

    Inbedrijfstelling Eisen aan de trekker Om de machine veilig en volgens de voorschriften te gebruiken, moet de trekker de noodzakelijke mechanische, hydraulische en elektrische voorwaarden vervullen.  Motorvermogen van de trekker: minimaal 180 PK  Toelaatbare verticale last: Bovenaanhanging 2000 kg, kogelkoppeling K80 Onderaanhanging: 3000 kg, kogelkoppeling of hitch-koppeling ...
  • Pagina 58: Eindstop Van De Stuuras Aanpassen Aan De Wielmaat

    Inbedrijfstelling Eindstop van de stuuras aanpassen aan de wielmaat De stuuras van de machine is af fabriek uitgerust met het juiste aantal afstand- houders. De stop van de stuurhoek is dus vooringesteld. LET OP Als u uw machine wilt uitrusten met een ander rijspoor of een andere wielmaat, dan moet u het aantal afstandhouders aanpassen.
  • Pagina 59 Inbedrijfstelling 4. Bescherming van de PTO verwijderen en de PTO invet- ten. Afb. 6.2: PTO invetten 5. Schuifpen [1] indrukken. 6. Aftakas op PTO schuiven tot de schuifpen in de ringgroef grijpt. 7. Schuifpen loslaten. Afb. 6.3: Aftakas op de tandwielpen steken 8.
  • Pagina 60 Inbedrijfstelling 11. Bevestigingsketting door het gat van het ringoog aanbren- gen. Afb. 6.5: Bevestigingsketting aanbrengen Instructies voor demontage:  Demontage van de aftakas in omgekeerde volgorde als montage.
  • Pagina 61: Machine Aan De Trekker Koppelen

    Inbedrijfstelling Machine aan de trekker koppelen n GEVAAR Levensgevaar door ongeschikte trekker Het gebruik van een ongeschikte trekker voor de machine kan tot zeer zware ongevallen bij gebruik en transportrit leiden.  Enkel trekkers gebruiken die aan de technische vereisten van de machine beantwoorden.
  • Pagina 62 Inbedrijfstelling  Is de combinatie van de verbindingsinrichtingen (trekoog - boutkoppeling dan wel trekhaak - kogelkoppeling) toegestaan? Afb. 6.6: Aansluitvolgorde van de machinekabels op de trekker [1] Hydraulische leiding steunvoet [2] Hydraulische leiding steunvoet [3] Hydraulische leiding afdekzeil [4] Hydraulische leiding afdekzeil [5] Pneumatische stuurleiding (pneumatische rem) [6] Pneumatische leiding persluchtreservoir (pneumatische rem) [7] Hydraulische leiding (hydraulische rem) - niet zichtbaar...
  • Pagina 63 Inbedrijfstelling Afb. 6.7: Markering van de hydraulische slangen [1] Slang met 2 grijze elastieken aan de handgreep: Afdekzeil openen [2] Slang met 1 grijs elastiek aan de handgreep: Afdekzeil sluiten [3] Slang met 2 rode elastieken aan de handgreep: Steunvoet inklappen [4] Slang met 1 grijs elastiek aan de handgreep: Steunvoet uitklappen 3.
  • Pagina 64: Kogelkoppeling (Variant A) Aankoppelen

    Inbedrijfstelling 6.6.1 Kogelkoppeling (variant A) aankoppelen 1. Trekker starten.  De PTO is uitgeschakeld.  Het hydraulische systeem is uitgeschakeld.  Het handvat van de kogelkoppeling is open. 2. Kogelkoppeling van de trekker exact onder de trekhaak van de machine po- sitioneren.
  • Pagina 65: Hitch-Koppeling (Variant B)

    Inbedrijfstelling 6.6.2 Hitch-koppeling (variant B) 1. Trekker starten.  De PTO is uitgeschakeld.  Het hydraulische systeem is uitgeschakeld. 2. Trekker tegen de machine rijden. 3. De hydraulische steunvoet van de machine zo in hoogte instellen, dat de hitch-ring exact in de hithc-haak van de trekker hangt. 4.
  • Pagina 66: Gyroscoop Van De Stuurpenbesturing Monteren (Speciale Uitrusting)

    Inbedrijfstelling 6.6.3 Gyroscoop van de stuurpenbesturing monteren (speciale uitrusting) Afb. 6.9: Gyroscoop en houder LET OP Monteer de gyroscoop en zijn houder aan de trekker.  Neem daarvoor de montage-instructies in de gebruiksaanwijzing ISOBUS TRAIL Control Midi van Müller Elektronik in acht. De gebruiksaanwijzing wordt bij de elektronische besturing meegeleverd.
  • Pagina 67: Aftakas Aanbouwen Aan De Trekker

    Inbedrijfstelling 6.6.4 Aftakas aanbouwen aan de trekker n VOORSICHTIG Materiële schade door te lange cardanas Bij het heffen van de machine kunnen de helften van de cardanas in elkaar staan. Dit veroorzaakt schade aan de cardanas, het drijfwerk of de machine. ...
  • Pagina 68: Remsysteem

    Inbedrijfstelling 6.6.5 Remsysteem De machine is met een pneumatisch remsysteem uitgerust. Neem betreffende het remsysteem ook de geldende voorschriften van het land waarin u de machine gebruikt, in acht. Standaard is de machine uitgerust met een handmatige parkeerrrem. Afb. 6.10: Pneumatische rem [1] Parkeerrem [2] Bedrijfsrem n WAARSCHUWING...
  • Pagina 69 Inbedrijfstelling Handmatige remkrachtregelaar instellen n GEVAAR Levensgevaar door defect remsysteem Er bestaat levensgevaar als het remsysteem ondeskundig gebruikt wordt of defect is. De machine kan onverhoeds wegrollen of kantelen en personen overrijden.  Controleer vóór de rit of de manometer in de cabine de door de fabrikant van de trekker vereiste minimale druk weer- geeft.
  • Pagina 70: Parkeerrem Ontkoppelen

    Inbedrijfstelling 6.6.6 Parkeerrem ontkoppelen Parkeerrem [1] pas ontkoppelen, als de machine aan de trekker hangt en de pneumatische leidingen aangesloten zijn.  Wielkeggen verwijderen en in de transporthouder op het spatbord steken. 1. Op knop [1] drukken.  De parkeerrem is ontkoppeld. Afb.
  • Pagina 71: Overige Verbindingen Aansluiten

    Inbedrijfstelling 6.6.7 Overige verbindingen aansluiten 1. Verlichting aansluiten. Afb. 6.6. 2. Verlichting voor elke rit op werking controleren. 3. ISOBUS-kabel aansluiten op de ISOBUS-stekker van de trekker. LET OP Neem goed nota van de gebruiksaanwijzingen van de elektronische besturing AXENT ISOBUS. 6.6.8 Hydraulisch systeem De machine is uitgerust met een boordeigen hydraulisch systeem.
  • Pagina 72: Strooiwerk Aanbouwen Aan De Machine

    Inbedrijfstelling Strooiwerk aanbouwen aan de machine 6.7.1 Voorwaarden  De vulzeef en de scheidingsplaat aan de machine-uitloop vóór de aanbouw van het strooiwerk LIME-PowerPack demonteren. Zie Vulzeef demonteren (LIME-PowerPack), pagina  De machine is leeg.  De machine is aangekoppeld aan de trekker. ...
  • Pagina 73: Vulzeef Demonteren (Lime-Powerpack)

    Inbedrijfstelling 6.7.2 Vulzeef demonteren (LIME-PowerPack) Demonteer de vulzeef als u voor het strooien het strooiwerk LIME-PowerPack gebruikt. Zo voorkomt u brugvormingen door de kalk in de voorraadbak. Voorwaarden  Met de vorkheftruck een lege pallet ter hoogte van de rand van de voorraad- bak plaatsen.
  • Pagina 74: Scheidingsplaat Demonteren (Lime-Powerpack)

    Inbedrijfstelling 6.7.3 Scheidingsplaat demonteren (LIME-PowerPack) De scheidingsplaat is voor de verdeling van kalk niet geschikt en moet worden gedemonteerd. [1] Instelhendel (rijrichting links, slanghouder) Afb. 6.15: Instelhendel 1. Instelhendel uit de houder nemen. 2. Kunststof vergrendeling [1] met de instelhendel 90° draaien.
  • Pagina 75: Scheidingsplaat Demonteren (Axis-Powerpack)

    Inbedrijfstelling 6.7.4 Scheidingsplaat demonteren (AXIS-PowerPack) De scheidingsplaat is af fabriek voorgemonteerd en dient voor het gelijkmatig verdelen van de meststof in beide bakdelen van het strooiwerk AXIS-PowerPack. Als u het strooiwerk regelmatig wisselt, monteert u vóór de aanbouw van het strooiwerk AXIS-PowerPack de scheidingsplaat en de vulzeef (Vulzeef monte- ren (AXIS-PowerPack), pagina...
  • Pagina 76 Inbedrijfstelling 4. Met de handgreep [1] de vork [2] aan de ronde buis opzijschuiven. 5. Vergrendeling [3] met de in- stelhendel 90° draaien.  De scheidingsplaat is ge- monteerd. Afb. 6.19: Scheidingsplaat borgen...
  • Pagina 77: Vulzeef Monteren (Axis-Powerpack)

    Inbedrijfstelling 6.7.5 Vulzeef monteren (AXIS-PowerPack) Monteer de vulzeef voordat u het AXIS-PowerPack strooiwerk bevestigt Zo voorkomt u storingen tijdens het strooien door klompen strooimiddel, grote ste- nen en ander groter materiaal (zeefwerking). Afb. 6.20: Zeefsteunen [A] Zeefsteun met vergrendeling [B] Zeefsteun met positioneerdelen Afb.
  • Pagina 78 Inbedrijfstelling 3. Deel van de vulzeef op de zeefsteunen plaatsen en in de kunststof haken [2] schuiven. De positioneerdelen [1] grijpen exact in de vulzeef. Afb. 6.22: Vulzeef monteren [1] Positioneerdeel [2] Kunststof haak 4. Alle delen (in totaal 4) op dezelfde wijze installeren.
  • Pagina 79 Inbedrijfstelling Afb. 6.23: Vulzeef vergrendelen [1] Instelhendel [2] Vergrendelingen 5. Vergrendelingen met de instelhendel 90° draaien. Afb. 6.24: Vulzeef in de voorraadbak zekeren 6. Controleren of alle delen van de vulzeef goed bevestigd zijn.  De vulzeef is gemonteerd.
  • Pagina 80: Aanbouw Van Het Strooiwerk

    De afdekkap is geopend.  De vanghaken en de snelspanners aan beide zijden van de machine staan in geopende toestand. Afb. 6.25: Koppelpunten AXENT 100.1 [1] Vanghaak [2] Onderste snelspanner 1. Strooiwerk op een pallet plaatsen. 2. Strooiwerk en pallet met een vorkheftruck optillen.
  • Pagina 81 Inbedrijfstelling Afb. 6.26: Vorkheftruck tot aan de grote strooier rijden 4. Strooiwerk in de bovenste vanghaak hangen. Controleren of het strooiwerk goed in de haak bevestigd is. 5. Vorkheftruck wegrijden. 6. Vanghaak sluiten. 7. Aan elke zijde de onderste bout van het strooiwerk in het ovale gat van de snelspan- ner [1] geleiden.
  • Pagina 82: Verbindingen Aansluiten

    Inbedrijfstelling 6.7.7 Verbindingen aansluiten Afb. 6.28: Verbindingen [1] Aansluiting van de elektrische leidingen van het strooiwerk [2] Hydraulische leiding strooischijfaandrijving rechts [3] Hydraulische leiding strooischijfaandrijving links [4] Vrije retourleiding 10. Sluit de elektrische en hydraulische leidingen aan. 11. Spatbordverlenging aan de metalen verbindingsplaat aan de stootbeugel hangen en bevestigen.
  • Pagina 83 Inbedrijfstelling 1. De snelspanner [1] met de handgreep [2] losmaken. 2. Trek de snelspanner naar u toe.  De onderste bout van het strooiwerk is vrij. Afb. 6.30: Strooiwerk aan de onderzijde ze- keren 3. Aan elke zijde vergrendeling [1] van de bo- venste vanghaken openen.
  • Pagina 84: Machine Vullen

    Inbedrijfstelling Machine vullen n WAARSCHUWING Gevaar door kantelen of wegrollen De ongezekerde machine kan tijdens het vullen kantelen of weg- rollen en zo ernstig persoonlijk letsel en materiële schade veroor- zaken.  Machine enkel op effen, vaste ondergrond vullen.  Zorg dat de machine vóór het vullen aan de trekker gekop- peld is.
  • Pagina 85 Inbedrijfstelling Afb. 6.33: Reinigingsklep in gesloten stand, in rijrichting aan voorzijde Voorwaarden:  Het hydraulische systeem is ingeschakeld. 1. Afdekzeil van de machine hydraulisch openen. 2. Machine gelijkmatig vullen Gebruik hiervoor een laadschop of een transport- schroef. 3. Controleer het vulpeil in de bak op zicht. 4.
  • Pagina 86: Controle Van Het Vulpeil

    Inbedrijfstelling 6.10 Controle van het vulpeil n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door val van het platform Het platform bevindt zich meer dan 1,50 m boven de grond. Aan de zijde van de ladder bestaat gevaar voor vallen. Kans op ernstig letsel.
  • Pagina 87 Inbedrijfstelling Ladder bedienen 1. Verschuifbare ladder naar boven drukken en haak [1] met de hand naar voren drukken tot de bout [2] vrij komt. Afb. 6.35: Bovenstuk van de ladder omlaag laten zakken 2. Verschuifbare ladder omlaag laten zakken. 3. Aan de inklapbare ladder trekken tot de vergrende- lingsbouten [1] ontgrende- len.
  • Pagina 88 Inbedrijfstelling Ladder in transportpositie dichtklappen 5. Onderste ladder omhoog- klappen 6. Vergrendelingsbouten [1] in de groef van de snelsluitin- gen laten vergrendelen. Afb. 6.37: Ladder inklappen 7. Verschuifbare ladder met de hand door de rail naar boven schuiven tot de bout [1] vast- grijpt in de haak.
  • Pagina 89: Camera Voor Achteruitrijbeveiliging

    Inbedrijfstelling 6.11 Camera voor achteruitrijbeveiliging De achteruitrijcamera biedt u vrij zicht op het gedeelte achter de machine. Controleer de correcte instelling van de camera via de ISOBUS-terminal. LET OP De achteruitrijcamera moet in het onderste derdedeel de stootbeugel weerge- ven. Is dit niet het geval, dan moet u het camerabeeld bijstellen.
  • Pagina 90 Inbedrijfstelling...
  • Pagina 91: Strooibedrijf

    Rijd ook bij een oneffen, zacht terrein (bijv. veldinritten, trottoirbanden) zeer voorzichtig. Met de moderne techniek en constructie van onze grote strooier AXENT 100.1 en door uitgebreide, voortdurende tests op de testinstallatie in de fabriek zelf werd de voorwaarde voor een optimaal strooibeeld gecreëerd.
  • Pagina 92 Strooibedrijf Let nauwkeurig op de instellingen van de machine. Zelfs een geringe verkeerde instelling kan zorgen voor een aanzienlijke nadelige invloed op het strooibeeld. Controleer daarom vóór ieder gebruik en ook tijdens het gebruik uw machine op correct functioneren en voldoende verspreidingsnauwkeurigheid. Zeer harde mestsoorten (bijv.
  • Pagina 93: Afdekkap Sluiten

    WAARSCHUWING Gevaar door draaiende delen De machinebesturing schakelt alleen de functies van de machine AXENT 100.1 uit. Via de draaiende strooischijven van het aange- bouwde strooiwerk wordt nog altijd strooistof gestrooid. Dit kan let- sel veroorzaken.  Personen uit de gevarenzone sturen.
  • Pagina 94 Strooibedrijf 1. Met de hand de trekband grijpen en aan de band trekken.  De afdekkap sluit neer- waarts. Afb. 7.2: Aan de trekband trekken 2. Afdekkap aan de handgre- pen [1] vastgrijpen en lang- zaam laten zakken. Afb. 7.3: Afdekkap sluiten 3.
  • Pagina 95: Snelheid Van De Transportband Instellen

    Strooibedrijf Snelheid van de transportband instellen De transportband start en stopt automatisch. Via de machinebesturing kunt u de status van de transportband op het beeldscherm controleren. LET OP De elektronische bediening van de transportband wordt in de aparte gebruiks- aanwijzing van de elektronische besturing beschreven. Deze gebruiksaanwij- zing is bestanddeel van de elektronische besturing AXENT ISOBUS.
  • Pagina 96: Meststof Strooien (Axis-Powerpack)

    Strooibedrijf Meststof strooien (AXIS-PowerPack) 7.4.1 Verloop van het strooibedrijf met AXENT 100.1 Bij het reglementair gebruik van de machine hoort ook het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorwaar- den. Tot het strooibedrijf horen daarom altijd de werkzaamheden voor de voor- bereiding en die voor reiniging/onderhoud.
  • Pagina 97: Aanwijzingen Bij De Strooitabel

    7.4.2 Aanwijzingen bij de strooitabel De waarden in de strooitabel werden op de testinstallatie van RAUCH bepaald. De hiervoor gebruikte meststof werd bij de meststoffabrikant of in de handel aan- geschaft. Ervaringen tonen aan dat de meststof waarover u beschikt — zelfs bij een identieke benaming —...
  • Pagina 98: Machine Via De Isobus-Terminal Instellen

    Strooibedrijf 7.4.3 Machine via de ISOBUS-terminal Instellen De noodzakelijke instellingen voor het strooien van meststof voert u uit via de ISOBUS-terminal. Voorbeeld voor veldstrooien in de normale bemesting: Afb. 7.4: Veldstrooien in de normale bemesting Bij het veldstrooien in de normale bemesting ontstaat een symmetrisch strooi- beeld.
  • Pagina 99 Strooibedrijf Voorbeeld voor grensstrooien bij de normale bemesting: Afb. 7.5: Grensstrooien in de normale bemesting Bij het grensstrooien in de normale bemesting komt nagenoeg geen meststof over de veldgrens terecht. In dat geval moet een onderbemesting aan de veld- grens geaccepteerd worden. 1.
  • Pagina 100 Strooibedrijf Voorbeeld voor randstrooien bij de normale bemesting: Afb. 7.6: Kantstrooien bij de normale bemesting Het kantstrooien bij de normale bemesting is een meststofverdeling waarbij nog wat meststof over de veldgrens terechtkomt. Hierdoor ontstaat slechts een kleine onderbemesting aan de veldgrens. 1.
  • Pagina 101: Werkbreedte Instellen

    Strooibedrijf 7.4.4 Werkbreedte instellen Juiste strooischijf kiezen Om de werkbreedte te realiseren zijn er voor verschillende soorten meststof ver- schillende strooischijven beschikbaar. LET OP Met 5 verschillende strooischijven kan een werkbreedte van 12 - 50 m worden gerealiseerd. Type strooischijf Werkbreedte 18 - 28 m 24 - 36 m...
  • Pagina 102 Strooibedrijf Strooischijven demonteren n GEVAAR Gevaar door lopende motor Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitgeworpen kunstmest tot ern- stige verwondingen leiden. Demonteer of monteer de strooischijven nooit bij draaiende motor van de trekker.
  • Pagina 103 Strooibedrijf 3. Dopmoer afschroeven. 4. Strooischijf van de naaf ne- men. 5. Instelhendel weer in de daar- toe voorziene houder leg- gen. Afb. 7.9: Dopmoer afschroeven Strooischijven monteren n GEVAAR Gevaar door lopende motor Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitgeworpen kunstmest tot ern- stige verwondingen leiden.
  • Pagina 104: Afgiftepunt Instellen

    Strooibedrijf LET OP De dopmoeren hebben aan de binnenzijde een vergrendeling die zelfstandig loskomen voorkomt. Deze vergrendeling moet te voelen zijn bij het vastdraaien, anders is de dopmoer versleten en moet deze worden vervangen. 4. De vrije doorgang tussen strooischoep en uitloop controleren. Draai hiervoor de strooischijven met de hand.
  • Pagina 105: Strooihoeveelheid Instellen

    Strooibedrijf 7.4.6 Strooihoeveelheid instellen LET OP De machine beschikt over een elektronische schuifbediening voor de instelling van de strooihoeveelheid op de meststrooier. De elektronische bediening van de doseerschuiven wordt in de aparte gebruiks- aanwijzing van de elektronische machinebesturing beschreven. Deze gebruiks- aanwijzing is bij de elektronische machinebesturing AXENT ISOBUS meegeleverd.
  • Pagina 106: Strooien Op De Kopakker

    Strooibedrijf 7.4.7 Strooien op de kopakker Voor een goede meststofverdeling op de kopakker is het nauwkeurig aanleggen van de rijpaden onontbeerlijk. Grensstrooien Bij het strooien op de wendakker door grensstrooibedrijf (lager toerental, verstel- ling van het afgiftepunt en hoeveelheidsreductie). Afb. 7.12: Grensstrooien [T] Kopakkerrijpad [X] Werkbreedte ...
  • Pagina 107 Strooibedrijf Normaal strooien in dan wel vanuit de wendakkerrijstrook Let op het volgende bij het verdere strooien in het veld na het strooien in de wen- dakkerrijstrook:  Grensstrooibedrijf uitschakelen. Afb. 7.13: Normaal strooien [A] Einde van de strooiwaaier bij het strooien in het kopakkerrijpad [E] Einde van de strooiwaaier bij het strooien op het veld [T] Kopakkerrijpad [X] Werkbreedte...
  • Pagina 108: Zijwaarts Ten Opzichte Van De Helling Strooien

    Strooibedrijf 7.4.8 Zijwaarts ten opzichte van de helling strooien Tijdens het zijwaarts ten opzichte van de helling rijden kan de machine afdriften. Met de stuurpenbesturing (speciale uitrusting) kunt u het afdriften op de helling tegengaan. Gebruik hiervoor de stuurcomputer. LET OP Neem voor het bedienen van de stuurcomputer goed nota van de gebruiksaan- wijzing van de stuurpenbesturing: TRAIL-Control van Müller Elektronik.
  • Pagina 109: Kalk Strooien (Lime-Powerpack)

    Strooibedrijf Kalk strooien (LIME-PowerPack) 7.5.1 Verloop van het strooibedrijf met AXENT 100.1 Bij het reglementair gebruik van de machine hoort ook het naleven van de door de fabrikant voorgeschreven bedienings-, onderhouds- en reparatievoorwaar- den. Tot het strooibedrijf horen daarom altijd de werkzaamheden voor de voor- bereiding en die voor reiniging/onderhoud.
  • Pagina 110: Afgiftepunt Instellen

    Strooibedrijf 7.5.2 Afgiftepunt instellen n GEVAAR Gevaar door lopende motor Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en uitgeworpen kunstmest tot ern- stige verwondingen leiden.  Schakel de motor van de trekker uit. Verwijder de contacts- leutel.
  • Pagina 111 Strooibedrijf  Beide markeringen voor de neutrale stand zijn in het midden uitgelijnd. Afb. 7.16: Afgiftepunt in neutrale stand [1] Markering [2] Markering neutrale stand LET OP  Aanhaalmoment van de bevestigingsschroeven: 300 Nm...
  • Pagina 112 Strooibedrijf Een optimaal strooibeeld op basis van de eigenschappen van de kalksoort Het afgiftepunt verstelt u handmatig door het verschuifbare deel van het kalk- strooiwerk naar voren of achteren te zetten. Afb. 7.17: Afgiftepunt instellen [1] Bevestigingsschroeven [2] Markering neutrale stand [3] Stelschroef ...
  • Pagina 113 Strooibedrijf Te veel kalk in het midden: 1. Stelschroef [3] met een sleutel SW 36 draaien om het verschuifbare deel in rijrichting naar voren [-] te zetten. Afb. 7.19: Te veel kalk in het midden  Het afgiftepunt verplaatst zich naar achteren.
  • Pagina 114: Machine Instellen Voor Het Kalk Strooien

    Strooibedrijf 7.5.3 Machine instellen voor het kalk strooien De voordoseerschuiven en de snelheid van de transportband afhankelijk van de rijsnelheid bepalen de strooihoeveelheid voor het strooien van kalk. 1. In de elektronische machinebesturing AXENT ISOBUS de bedrijfsmodus Kalk AUTO km/h activeren. LET OP De overlaadfunctie van de machine in combinatie met het kalkstrooiwerk wordt in de aparte gebruiksaanwijzing van de elektronische besturing beschreven.
  • Pagina 115: Lossen Van De Resthoeveelheid

    Strooibedrijf Lossen van de resthoeveelheid Los de machine dagelijks na het gebruik. Op deze manier voorkomt u corrosie en verstoppingen en behoudt u de eigenschappen van de meststof en de kalk. 7.6.1 Aanwijzingen voor de veiligheid n GEVAAR Gevaar door draaiende strooischijf Bij het werken aan de machine bij lopende motor met draaiende strooischijven kan door het mechanisme en uitgeworpen meststof ernstig letsel ontstaan.
  • Pagina 116: Machine Leegmaken

    Strooibedrijf 7.6.2 Machine leegmaken Het lossen van de resthoeveelheid geschiedt door het openen van de voordo- seerschuiven en het inschakelen van de transportband. AXIS-PowerPack 1. Zet een opvangbak onder de meststrooier AXIS-PowerPack. 2. Lossen van de resthoeveelheid via de machinebesturing AXENT ISOBUS starten.
  • Pagina 117: Machine Parkeren En Ontkoppelen

    Strooibedrijf Machine parkeren en ontkoppelen n WAARSCHUWING Gevaar door kantelen De machine is een eenassig voertuig. Bij eenzijdige belading aan de achterzijde kan de machine kantelen. Dit kan persoonlijk letsel en materiële schade veroorzaken.  Parkeer de machine op een horizontale en vaste onder- grond.
  • Pagina 118 Strooibedrijf Hydraulisch remsysteem Afb. 7.21: Handmatige parkeerrem aantrekken 1. Handkruk van de parkeerrem rechtsom draaien.  De parkeerrem is aangetrokken. 2. Wiggen uit de transpor- thouder aan het spatbord nemen. 3. Schuifpen [1] indrukken en de wiggen openklappen. Afb. 7.22: Wig openklappen 4.
  • Pagina 119 Strooibedrijf 5. Hydraulische steunvoet uitschuiven. 6. Bij het loskoppelen van de machine altijd eerst de rode koppelingskop (voorraad) en aansluitend de gele koppelingskop van het pneumatische rem- systeem loskoppelen. 7. Trek de elektrische aansluitingen van de trekker los. 8. Bescherm alle stekkeraansluitingen met de stofkappen. 9.
  • Pagina 120 15. Alle kabels en slangen aan de console over de dissel in de daartoe voorziene houders plaatsen. Afb. 7.24: Opbergconsole voor kabels, hydraulische slangen en pneumatische leidingen [1] Opbergconsole voor de hydraulische slangen en elektrische kabels [2] Opbergconsole voor de pneumatische leidingen van het remsysteem  De machine AXENT 100.1 is ontkoppeld en geparkeerd.
  • Pagina 121: Storingen En Mogelijke Oorzaken

    Storingen en mogelijke oorzaken Storingen en mogelijke oorzaken n WAARSCHUWING Gevaar voor verwondingen bij ongeschikt verhelpen van sto- ringen Een vertraagd of onvakkundig verhelpen van storingen door onvoldoende gekwalificeerd personeel leidt tot ernstige lichame- lijke letsels alsook schade voor machines en milieu. ...
  • Pagina 122 Storingen en mogelijke oorzaken...
  • Pagina 123: Algemeen Onderhoud En Reparaties

    Algemeen onderhoud en reparaties Algemeen onderhoud en reparaties Veiligheid LET OP Let op de waarschuwingen in het hoofdstuk 3: Veiligheid, pagina Let in het bijzonder op de aanwijzingen in het gedeelte 3.8: Onderhoud en re- paratie, pagina Bij onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet u rekening houden met extra gevaren die zich tijdens de bediening van de machine niet voordoen.
  • Pagina 124: Onderhoudsschema

    Algemeen onderhoud en reparaties Onderhoudsschema Dit onderhoudsschema geldt voor normaal belaste voertuigen. Bij bijzonder hoge belasting verkort u de onderhoudsintervallen overeenkomstig. Zo voorkomt u schade aan de trekker, aan de machine of aan het strooiwerk. LET OP Verdere aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing van de trekker. 9.2.1 Algemeen onderhoudsschema Componenten...
  • Pagina 125: Onderhoudsschema Hydraulisch Systeem

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.2.3 Onderhoudsschema hydraulisch systeem In het hydraulische circuit bevinden zich twee onderhoudsvrije stikstofreservoirs voor de demping van de dissel. Componenten Onderhoudswerkzaamheden Opmerking Onderhoudsschema Stikstofreservoirs  uiterlijk om de 2 jaar uitwendige controle  Stikstofreservoirs en aansluitingen voor aanvang van de rit op beschadiging con- troleren Hydraulische slan-...
  • Pagina 126: Elektrische Installatie, Elektronica

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.2.4 Elektrische installatie, elektronica Elektrische zekeringen De stroomvoorziening van de machine is gezekerd via de ISOBUS-kabel van de trekker. De ISOBUS-kabel is met een 60 ampère en een 30 ampère zekering beveiligd tegen overbelasting. De zekeringen liggen achter de onderhoudsklep. [1] Zekering 30 A [2] Zekering 60 A Afb.
  • Pagina 127 Algemeen onderhoud en reparaties Elektronische besturing n WAARSCHUWING Letselgevaar De controle van de elektronische besturing geschiedt in realtime. Dat betekent dat de machinecomponenten de geselecteerde functie direct uitvoeren.  alle personen uit gevarenzone verwijderen. Controleer de volgende functies van de elektronische besturing: ...
  • Pagina 128: Olieverversingsinterval

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.2.5 Olieverversingsinterval LET OP Gebruik altijd olie van dezelfde soort en gebruik geen biologische olies. Component Olieverversingsinterval Oliehoe- Naam olie veelheid Drijfwerk  Na de eerste 50 bedrijfsuren 1,5 l DIVINOL MCL ISO 320  Daarna om de 500 bedrijfsuren Alternatieve olie SAE 90 Boordeigen hydrauli- Na de eerste 100 bedrijfsuren dan...
  • Pagina 129: Reiniging

    Algemeen onderhoud en reparaties Reiniging Strooistof en vuil bevorderen de corrosie. Voor het waardebehoud van uw machine reinigt u deze direct na ieder gebruik met een zachte waterstraal. Neem in het bijzonder goed nota van de volgende aanwijzingen voor de reiniging: ...
  • Pagina 130: Reinigingswater Aftappen

    Algemeen onderhoud en reparaties 4. Reinig de geleiderollen met een zachte waterstraal. 5. Zijafdekking met de onderste plaathaken [1] in de houders [2] van het frame leggen. 6. Zijafdekking met de hand naar boven dichtklappen.  De vergrendeling ver- grendelt. ...
  • Pagina 131: Slijtageonderdelen En Schroefverbindingen

    Algemeen onderhoud en reparaties Slijtageonderdelen en schroefverbindingen 9.4.1 Slijtageonderdelen controleren Slijtageonderdelen zijn: de schraper aan de AXENT-uitloop, de bandafdichting in de AXENT-bak, het dichtprofiel aan de onderhoudsklep en alle kunststof onder- delen.  Slijtageonderdelen controleren. Als deze onderdelen herkenbare slijtageverschijnselen, vervormingen of gaten vertonen, dan vervangt u ze.
  • Pagina 132: Bergen Van De Machine

    Algemeen onderhoud en reparaties Bergen van de machine Als de trekker de machine niet meer kan trekken, gaat u als volgt te werk om de machine uit het veld te bergen.  Kabel om het aselement aan- brengen. Afb. 9.6: Machine met kabel bergen...
  • Pagina 133: Eindstop Van De Stuuras Aanpassen Aan De Wielmaat

    Algemeen onderhoud en reparaties Eindstop van de stuuras aanpassen aan de wielmaat De stuuras van de machine is af fabriek uitgerust met het juiste aantal afstandhouders [1]. De mechanische stop van de stuurhoek is dus vooringesteld. LET OP Als u uw machine wilt uitrusten met een ander rijspoor of een andere wielmaat, dan moet u het aantal afstandhouders aanpassen.
  • Pagina 134: Werking Van De Ashoeksensor Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties Werking van de ashoeksensor controleren De ashoeksensor bevindt zich op de as links in de rijrichting. Afb. 9.8: Ashoeksensor n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door verkeerde informatie over de hoek Als de hoeksensor defect, verkeerd gepositioneerd of niet gekali- breerd is, kan de elektronica onjuiste informatie over de hoek door- geven.
  • Pagina 135: Strooischijven Van Het Kalkstrooiwerk Vervangen

    Algemeen onderhoud en reparaties Strooischijven van het kalkstrooiwerk vervangen Het kalkstrooiwerk LIME-PowerPack is af fabriek uitgerust met strooischijven U2. Met deze strooischijven kunt u kalk over een werkbreedte tot 15 m strooien. n WAARSCHUWING Gevaar voor letsel door draaiende strooischijven Het aanraken van de verdeelinrichting (strooischijven, strooischoepen) kan tot het afrukken, pletten of afsnijden van lichaamsdelen leiden.
  • Pagina 136 Algemeen onderhoud en reparaties n VOORSICHTIG Gevaar voor letsel door zware strooischijven De strooischijven van het kalkstrooiwerk LIME-PowerPack heb- ben een gewicht van 25 kg. Bij de omgang met de strooischijven kunnen verrekkingen, snijwonden aan de ledematen of rugpijn ontstaan. ...
  • Pagina 137: Strooischijven Monteren

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.8.2 Strooischijven monteren Voorwaarden:  De motor van de trekker en de machinebesturing AXENT ISOBUS zijn uitge- schakeld en beveiligd tegen inschakelen door onbevoegden. Monteer de linker strooischijf in rijrichting links en de rechter strooischijf in rijrich- ting rechts.
  • Pagina 138: Instelling Van De Disselvering

    Algemeen onderhoud en reparaties Instelling van de disselvering Voor de juiste werking van het aangebouwde strooiwerk moet de AXENT bak on- afhankelijk van de werkomstandigheden horizontaal zijn. De disselvering is vooraf in de fabriek ingesteld en is geschikt voor de meeste ge- bruiksomstandigheden.
  • Pagina 139 Algemeen onderhoud en reparaties Helling van de machine controleren 1. Afstand tot de bodem van de onderkant van het frame aan de voorzijde [V] en achterzijde [H] meten. Als u een afwijking groter dan 40 mm tussen de beide maten vaststelt, moet u de hoogte van de dissel aanpassen.
  • Pagina 140 Algemeen onderhoud en reparaties 6. Linker afsluiter sluiten. Afb. 9.14: Linker afsluiter sluiten 7. Cilinder van de disselvering controleren. De plunjerstang moet min. 50 mm en max. 140 mm uit- geschoven zijn.  50 mm < x < 140 mm. Afb.
  • Pagina 141 Algemeen onderhoud en reparaties Demping van de dissel instellen 8. Met de hydraulische bestu- ring van de trekker de steun- voet inschuiven. 9. Druk op 70 bar instellen.  De steunvoet schuift in.  De machine zakt licht naar voren. Afb.
  • Pagina 142: Instelling Van De Transportband

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.10 Instelling van de transportband 9.10.1 Positie van de transportband afstellen Voor de juiste verdeling van de strooistof in de strooiwerkbak moet de transport- band in het midden op de aandrijfrollen liggen. 1. Afstand van de transportband tot de wand van de bak aan beide zijden meten. Afb.
  • Pagina 143: Spanning Van De Transportband Instellen

    Algemeen onderhoud en reparaties 5. Positie van de bandschraper aan de transportband aanpassen. 9.11: Bandschraper bijstellen, pagina 139. 6. De band via de machinebesturing AXENT ISOBUS starten. 7. Na een minuut de band stoppen. 8. Positie van de transportband aan de spanrol controleren en eventueel bijstel- len.
  • Pagina 144 Algemeen onderhoud en reparaties Positie van de geleidewals controleren De geleidewals moet over de gehele lengte een rechte hoek hebben. 3. Controleer de positie van de markeringsplaat [2] aan bei- de zijden. De markeringsplaat moet aan beide zijden in het gedeelte van de zelfde mar- keringstand [A] liggen.
  • Pagina 145: Bandschraper Bijstellen

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.11 Bandschraper bijstellen 9.11.1 Bandschraper demonteren 1. De 5 schroeven [3] van de klemplaat [1] losdraaien. 2. Bandschraper [2] wegne- men. Afb. 9.22: Klemplaat demonteren 9.11.2 Houder voor bandschraper bijstellen 1. 4 mm maat nemen. 2. Controleer op gelijkmatige afstand ten opzichte van de transportband.
  • Pagina 146: Bandschraper Vastschroeven

    Algemeen onderhoud en reparaties 3. De 4 schroeven [1] onder de transportband losdraaien. 4. Positie van de houder via de ovale gaten bijstellen. 5. Schroeven [1] weer vast- draaien. Afb. 9.24: Positie van de houder aanpassen 9.11.3 Bandschraper vastschroeven 1. Bandschraper [1] weer tegen de band leggen.
  • Pagina 147: Onderhoud Onderstel En Remmen

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.12 Onderhoud onderstel en remmen De machine wordt door een pneumatisch remsysteem met twee circuits geremd. Onderstel en remmen zijn vitaal voor de bedrijfsveiligheid van de machine. n WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan het onderstel en aan het remsysteem hebben een negatief effect op de bedrijfsvei- ligheid van de machine en kunnen tot ernstige ongelukken met...
  • Pagina 148: Lege Slag Van De Remhendel Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.12.2 Lege slag van de remhendel controleren Lege slag controleren 1. Machines beveiligen tegen wegrollen. 2. Parkeerrem en bedrijfsrem ontkoppelen. Beide knoppen [1] en [2] indrukken. Afb. 9.26: Pneumatische rem [1] Parkeerrem [2] Bedrijfsrem 3. Remhendel met de hand bedienen. Als het remeffect afneemt en de lege slag groter is dan 10-15% van de lengte van de remhendel [d], moet uw gespecialiseerde werkplaats de remhendel opnieuw afstellen.
  • Pagina 149: Luchtreservoir Ontwateren

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.12.3 Luchtreservoir ontwateren In het pneumatische remsysteem van het remcircuit kan condenswater ontstaan. Dit kan zich ophopen in het luchtreservoir. Ter voorkoming van schade aan het pneumatische remsysteem door corrosie dient u het luchtreservoir dagelijks te ontwateren. 1.
  • Pagina 150: Onderhoud Hydraulisch Systeem

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.13 Onderhoud hydraulisch systeem Het hydraulische systeem van de getrokken machine bestaat uit een hydraulisch circuit.  Stuurblok met olievoorziening door de boordeigen axiale plunjerpomp Als de machine in bedrijf is, staat het hydraulische systeem van de machine on- der hoge druk.
  • Pagina 151: Hydraulische Slangen Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.13.1 Hydraulische slangen controleren Hydraulische slangen staan bloot aan een hoge belasting. Ze moeten regelmatig worden gecontroleerd en bij beschadiging onmiddellijk worden vervangen. Hydraulische slangen zijn onderhevig aan een verouderingsproces. Ze mogen maximaal 6 jaar, inclusief een opslagtijd van maximaal 2 jaar, worden gebruikt. LET OP De fabricagedatum van een slangleiding is op een van de slangkoppelstukken in jaar/maand aangegeven (bijv.
  • Pagina 152: Oliepeil Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties Werkwijze: 1. Slangkoppelstuk aan het uiteinde van de te vervangen hydraulische slang losmaken. 2. De olie uit de hydraulische slang laten lopen. 3. Het andere uiteinde van de hydraulische slang losmaken. 4. Het losgemaakte uiteinde van de slang direct in de olieopvangbak laten zak- ken en de aansluiting afsluiten.
  • Pagina 153: Olie Verversen En Oliefilter Vervangen

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.13.4 Olie verversen en oliefilter vervangen 1. Voordat u olie aftapt, een voldoende grote opvangbak (minimaal 60 liter) on- der de bak zetten. De kraan van het aftappunt bevindt zich onder de bak tussen het filterpatroon en de insteleenheid voor de disselvering.
  • Pagina 154 Algemeen onderhoud en reparaties 8. Ladder uitklappen en platform beklimmen. „Ladder bedienen“ op pagina n VOORSICHTIG Materiële schade door onjuiste oliesoort Een onjuiste oliesoort of een mengsel van verschillende oliesoor- ten kan materiële schade veroorzaken aan het hydraulische sys- teem van de machine en aan de door dit systeem voortbewogen machineonderdelen.
  • Pagina 155: Onderhoud Hydraulisch Systeem/Stuurblok

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.13.5 Onderhoud hydraulisch systeem/stuurblok Via het stuurblok worden alle aandrijf- en regelfuncties gevoed, die vanuit de elektronische besturing worden bediend. Afb. 9.34: Stuurblok De te onderhouden componenten van het hydraulische systeem zijn:  de hydraulische cilinders van de voordoseerschuiven; ...
  • Pagina 156: Transportbandaandrijving Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties Regelfuncties: Hydraulische ci- linders [1] voor het afdekzeil (voor en achter). Afb. 9.36: Hydraulische cilinders afdekzeil  Controleer de componenten op uitwendige beschadiging en lekkage. 9.13.6 Transportbandaandrijving controleren  Motor van de transportband regelmatig controleren, mini- maal echter vóór elke strooi- rit.
  • Pagina 157: Wielen En Banden

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.14 Wielen en banden De toestand van de wielen en banden is van vitaal belang voor de bedrijfsveilig- heid van de machine. n WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken door ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden aan wielen en banden hebben een negatief effect op de bedrijfsveiligheid van de machine en kunnen tot ernstige ongelukken met persoonlijk letsel en materiële schade leiden.
  • Pagina 158: Wiel Vervangen

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.14.3 Wiel vervangen n WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken door ondeskundig uitgevoerde wiel- vervanging Een niet correct uitgevoerde wielvervanging aan de machine kan ernstige ongelukken met persoonlijk letsel veroorzaken.  Wielvervanging uitsluitend uitvoeren aan een lege en aan de trekker gekoppelde machine.
  • Pagina 159 Algemeen onderhoud en reparaties Wielmontage:  Vóór de montage het steunvlak van het wiel aan de naaf reinigen.  Vóór de montage de wielmoeren en wielbouten controleren. Beschadigde, zwaar lopende of door roest aangetaste wielmoeren of wielbouten vervangen.  Alle wielmoeren stapsgewijs kruiselings met een draaimomentsleutel aan- draaien.
  • Pagina 160: Remberekening Controleren

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.14.4 Remberekening controleren n WAARSCHUWING Gevaar voor ongelukken door onjuiste lengte van de remhen- De te gebruiken lengte van de remhendel is afhankelijk van het type wiel. Een onjuiste lengte van de remhendel kan ertoe leiden dat de wielen tijdens het remmen blokkeren of dat het remeffect onvoldoende is.
  • Pagina 161: Smeerschema

    Algemeen onderhoud en reparaties 9.15 Smeerschema Interval van de smeerwerkzaamheden: om de 50 bedrijfsuren of, onder extreme strooiomstandigheden, met kortere intervallen. 9.15.1 Smeerpunten basismachine AXENT De smeerpunten zijn verdeeld over de gehele machine en gemarkeerd. U herkent de smeerpunten aan dit aanwijzingsbord: Afb.
  • Pagina 162 Algemeen onderhoud en reparaties [1] Smeerpunt steunvoet Afb. 9.43: Steunvoet [1] Smeerpunt Afb. 9.44: Hydraulische cilinder steunvoet [1] Smeerpunt geleidewals Afb. 9.45: Bandaandrijving...
  • Pagina 163: Smeerpunten Kalkstrooiwerk Lime-Powerpack

    Algemeen onderhoud en reparaties [1] Smeerpunten dissel Afb. 9.46: Dissel 9.15.2 Smeerpunten kalkstrooiwerk LIME-PowerPack [1] Smeerpunt voorraadbak Afb. 9.47: Smeerpunt kalkstrooier...
  • Pagina 164 Algemeen onderhoud en reparaties...
  • Pagina 165: Afdanking

    Afdanking Afdanking 10.1 Veiligheid n WAARSCHUWING Milieuvervuiling door ongeschikte verwijdering van hydrauli- sche olie en transmissieolie Hydraulische olie en transmissieolie zijn biologisch niet volledig afbreekbaar. Daarom mag olie niet op ongecontroleerde wijze in het milieu geraken.  Naar buiten gestroomde olie met zand, aarde of absorbe- rend materiaal opnemen resp.
  • Pagina 166: Afdanking

    Afdanking 10.2 Afdanking De volgende punten gelden onbeperkt. Al naargelang de nationale wetgeving de daaruit voortvloeiende maatregelen vastleggen en uitvoeren. 1. Alle onderdelen, hulp- en bedrijfsstoffen door vakpersoneel uit de machine la- ten verwijderen. Deze moeten daarbij volgens soort gescheiden worden. 2.
  • Pagina 167: Bijlage

    Bijlage Bijlage Bandentabel...
  • Pagina 171: Trefwoordenlijst

    Trefwoordenlijst Trefwoordenlijst – Aanbouw Inbedrijfstelling AXENT aan trekker 55 Controle vóór ~ 9 Strooiwerk aan AXENT 66 Machineovername 49 Aanwijzingen Aanwijzingen voor de gebruiker 3 – Kogelkoppeling Instructiestickers 27 Waarschuwingsstickers 24 Koppeling Hitch 59 Aanwijzingen voor de gebruiker Kogelkop 58 Afdanking Afdekzeil Lossen van de resthoeveelheid...
  • Pagina 172 Trefwoordenlijst Onderhoudspersoneel Strooitabel Kwalificatie 13 stuuras – Gyroscoop 60 Onderhoudsschema Onjuiste toepassing Stuurblok Onderhoud 149 Parkeerrem – technische gegevens Persluchtreservoir Afmetingen 38 Platform – Gewichten en lasten 39 Vulpeilcontrole 80 – TELIMAT Tractor Eisen 51 Randstrooien Reflectoren Transport – Reiniging Transportband Geleiderol 123 Storingen 115...
  • Pagina 173 Trefwoordenlijst Waarschuwingen Betekenis 5 Stickers 24 Werklampen – Wiel Onderhoud 152 vervangen 152 Wielen Zijafdekking...
  • Pagina 174 Trefwoordenlijst...
  • Pagina 175: Garantie

    Garantie RAUCH-apparaten worden volgens moderne productiemethoden en met de groot- ste zorgvuldigheid vervaardigd en worden onderworpen aan talrijke controles. Daarom verleent RAUCH 12 maanden garantie, wanneer is voldaan aan de vol- gende voorwaarden:  De garantie begint op de datum van aankoop.

Inhoudsopgave