9
Strooibedrijf
9.1
Gebruiksaanwijzing voor het strooibedrijf
Met de moderne techniek en constructie van onze machines en door uitgebreide, voortdurende tests
op de meststrooiertestbank in de fabriek zelf werd gezorgd voor een correct strooibeeld.
Ondanks de door ons met zorg vervaardigde machines zijn ook bij gebruik volgens de voorschriften
afwijkingen in het strooibeeld of eventuele storingen niet uit te sluiten.
Mogelijke oorzaken daarvoor zijn:
•
veranderingen van de fysieke eigenschappen van het zaaigoed of van de meststof (bijv.
verschillende verdeling van de korrelgrootte, verschillende dichtheid, korrelvorm en -oppervlak,
beitsing, verzegeling, vocht)
•
klontering en vochtige meststof;
•
afdrift door wind: bij te hoge windsnelheden het strooien onderbreken;
•
verstoppingen of brugvormingen (bijv. door vreemde voorwerpen, zakresten, vochtige meststof ...)
•
oneffenheden in het terrein;
•
slijtage van slijtageonderdelen;
•
beschadiging door inwerking van buitenaf;
•
gebrekkige reiniging en onderhoud tegen corrosie;
•
verkeerde aandrijftoerentallen en rijsnelheden;
•
achterwege laten van de afdraaiproef
•
verkeerde instelling van de machine.
u
Let op de correcte instellingen van de machine. Zelfs een geringe verkeerde instelling kan zorgen
voor een aanzienlijke nadelige invloed op het strooibeeld.
u
Controleer daarom vóór ieder gebruik en ook tijdens het gebruik uw machine op correct
functioneren en voldoende verspreidingsnauwkeurigheid (afdraaiproef uitvoeren).
Zeer harde meststofsoorten (bijv. kalkammonsalpeter, kieseriet) verhogen de slijtage van de
doseeronderdelen.
u
Gebruik altijd het meegeleverde beschermrooster om verstoppingen door bijv. vreemde
voorwerpen of meststofklonters te vermijden.
•
De snelheid op een oneffen ondergrond reduceren, voorzichtig door de kopakker rijden en
voorkomen dat de arm tegen de bodem botst. Vermijd bij bergop en bergaf rijden en dwars t.o.v.
de helling rijden het maken van plotselinge bochten. Door de verplaatsing van het zwaartepunt
bestaat gevaar voor kantelen. Rijd ook bij een oneffen, zacht terrein (bijv. veldinritten,
trottoirranden) zeer voorzichtig.
•
De machine werkt afhankelijk van de rijsnelheid. Bij wijziging van de rijsnelheid wordt het
toerental van de doseeras automatisch aangepast.
•
Voor een optimaal vermogen van de ventilatie, het toerental van de aftakas constant houden op
een waarde van ca. 1000 omw/min.
AERO 32.1
5903281
9. Strooibedrijf
57