10. Onderhoud en reparatie
u
Controleer de hydraulische slangen regelmatig, minimaal echter vóór aanvang van het
strooiseizoen, door visuele controle op beschadiging.
u
Voor aanvang van het strooiseizoen de ouderdom van de hydraulische slangen controleren.
Hydraulische slangen vervangen als de opslagtijd en gebruiksduur overschreden is.
u
Hydraulische slangen vervangen zodra ze een of meerdere van de volgende beschadigingen
vertonen:
w
w
w
w
w
w
u
Voor aanvang van het strooiseizoen de ouderdom van de hydraulische slangen controleren.
Hydraulische slangen vervangen als de opslagtijd en gebruiksduur overschreden is.
10.6
Dosering en strooihoeveelheid controleren
Afstand nokkenschijf-strooibak
Voor een nauwkeurige dosering en strooihoeveelheid moeten de doseerorganen correct ingesteld en
vrij van meststofresidu's zijn.
Tussen de nokkenschijven en de bovenste rand van de strooibak moet over de volledige breedte een
gelijke afstand van ca. 3 mm aanwezig zijn.
Afstand nokkenschijf - strooibak
controleren
u
Een 3 mm dikke strook in de ruimte tussen
de nokkenschijven [1] en de plaatrand van
de strooibak [2] steken.
De afstand is correct ingesteld, wanneer:
•
de 3 mm dikke strook er zonder speling over de volledige meetbreedte kan worden ingeschoven,
•
de afstand gelijkmatig over de volledige breedte is ingesteld.
82
Beschadiging van de buitenste laag tot aan de kern;
Brosheid van de buitenste laag (scheurvorming);
Vervorming van de slang;
Loskomen van de slang uit het slangkoppelstuk;
Beschadiging van het slangkoppelstuk;
Door corrosie verminderde stevigheid en werking van het slangkoppelstuk.
Afb. 45: Afstand nokkenschijf - strooibak
controleren
5903281
AERO 32.1