10. Onderhoud en reparatie
10
Onderhoud en reparatie
10.1
Veiligheid
Let op de waarschuwingen in het hoofdstuk 3 Veiligheid
Let in het bijzonder op de aanwijzingen in het gedeelte 3.8 Onderhoud en reparatie
Neem zeer goed nota van de volgende aanwijzingen:
•
Alleen vakpersoneel mag laswerkzaamheden en werkzaamheden aan de elektrische en
hydraulische installatie uitvoeren.
•
Bij werkzaamheden aan de opgeheven machine bestaat kantelgevaar. Beveilig de machine altijd
door middel van geschikte stutelementen.
•
Om de machine met een hefwerktuig op te tillen steeds beide ringogen in de voorraadbak
gebruiken.
•
Bij onderdelen die onafhankelijk worden bediend bestaat gevaar voor beknellen en snijden. Let
er bij het onderhoud op dat zich niemand in de zone van de bewegende delen bevindt.
•
Reserveonderdelen moeten minimaal voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische
eisen. Dit is bijv. gewaarborgd door originele reserveonderdelen.
•
Vóór alle reinigings-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden en bij het verhelpen van een
storing de motor van de tractor uitschakelen en wachten tot alle bewegende onderdelen van de
machine stilstaan.
•
Door de besturing van de machine met een bedieningsunit kunnen bijkomende risico's en
gevaren door toedoen van onafhankelijk werkende onderdelen optreden.
○
○
•
Reparatiewerkzaamheden mogen UITSLUITEND worden uitgevoerd door een geïnstrueerde
en erkende werkplaats.
Letselgevaar door lopende motor
Bij het werken aan de machine bij een draaiende motor kunnen contact met het mechanisme en
uitgeworpen kunstmest tot ernstige verwondingen leiden.
▶
Vóór alle instel- en onderhoudswerkzaamheden wachten totdat alle draaiende onderdelen
volledig tot stilstand zijn gekomen.
▶
Motor van de tractor uitzetten.
▶
Contactsleutel verwijderen.
▶
Alle personen uit de gevarenzone verwijderen.
74
Stroomtoevoer tussen tractor en machine scheiden.
Stroomtoevoerkabel van de batterij scheiden.
GEVAAR!
5903281
AERO 32.1