7.2.2 De drukleiding en -slang reinigen
1. Zet de selectieschakelaars op UIT.
2. Sluit alle inlaatkleppen.
3. Draai de schroefdop los.
4. Trek de drukleiding voorzichtig uit de tank.
5. Verwijder eventuele afzettingen. Koppel zo nodig
de drukslang los van de regelaar en spoel de
drukleiding en -slang met schoon water door bij
lage druk. Zorg ervoor dat er geen water
achterblijft in de drukslang.
6. Breng de drukleiding aan in de tank en draai de
schroefdop vast.
7. Sluit de drukslang aan op de druksensor.
8. Zet de selectieschakelaars op AUTO.
Gerelateerde informatie
2.1.5 Niveausensor
7.3 Uitvoeren van elektrisch onderhoud
18
7.3 Uitvoeren van elektrisch onderhoud
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning uit
voordat u werkzaamheden gaat
uitvoeren aan het product.
‐
U dient er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning niet per ongeluk kan
worden ingeschakeld.
‐
Vergrendel de netschakelaar in de uit-
stand of haal de stekker uit het
stopcontact. Type en eisen zijn
gespecificeerd in EN 60204-1, 5,3.
•
Controleer de afdichting van de voorzijde van de
kast en van de kabeldoorvoeren.
•
Controleer de kabelaansluitingen.
•
Controleer de functies van de regelaar.
•
Controleer en reinig de niveausensor.
•
Als de regelaar in een bijzonder vochtige
omgeving in een kelder wordt geïnstalleerd,
adviseren wij de klemmen op de printplaat te
controleren op eventuele corrosie. In veel
installaties zal de klem meerdere jaren werken
zonder dat inspecties nodig zijn.
De bovenstaande lijst is niet volledig. De
regelaar kan worden geïnstalleerd in
omgevingen die grondig en frequent
onderhoud vereisen.
Gerelateerde informatie
7.2.2 De drukleiding en -slang reinigen
7.3.1 Reinigen van de niveausensor
1. Schakel de stroom naar de regelaar en de
pomp(en) uit.
2. Maak de schroefdop los door deze tegen de klok
in te draaien. Zie de onderstaande afbeelding.
3. Haal de sensor voorzichtig uit de verzameltank.
Til de sensor nooit aan de slang op.
4. Controleer op eventuele vervuiling op of in de
drukslang.
5. Haal eventuele vervuiling weg. Verwijder zo nodig
de slang van de regelaar en spoel de leiding en
slang met schoon water bij lage druk. Zorg ervoor
dat er geen water achterblijft in de slang.
6. Plaats de drukleiding terug door de schroefdop op
de tank te schroeven. Koppel de slang wederom
aan de regelaar. Controleer de sensor door de
opvoerinstallatie te laten proefdraaien.