4. De opvoerinstallatie installeren
4.1 Locatie
Installeer het product op een locatie die aan de
volgende eisen voldoet:
•
Controleer of de locatie goed verlicht is.
•
Controleer of de locatie goed geventileerd is.
•
Controleer of er ten minste 60 cm vrije ruimte
rondom het product is.
•
Wij adviseren u een drainagepomp te installeren
in een pompput beneden vloerniveau als u de
opvoerinstallatie plaatst in een kelder waar
grondwater kan binnendringen. In sommige
landen is een drainagepomp of alleen een
pompput vereist.
De opvoerinstallatie mag maximaal 2
meter overstromen gedurende zeven
dagen.
Gerelateerde informatie
11.1 Bedrijfscondities
4.2 Mechanische installatie
WAARSCHUWING
Explosieve omgeving
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Installeer het product niet in gevaarlijke
omgevingen.
WAARSCHUWING
Biologisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Installeer zo nodig een afsluitklep vóór
de tankinlaat in bestaande installaties.
‐
Als geen afsluitklep is geïnstalleerd,
draagt u beschermende kleding.
VOORZICHTIG
Rugletsel
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Gebruik hijsapparatuur.
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Volgens EN 12056-4 moet ontluchting
boven het dak plaatsvinden.
VOORZICHTIG
Valgevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Ga niet op de opvoerinstallatie staan.
VOORZICHTIG
Beknelling van de voeten
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Draag veiligheidsschoenen bij het
verplaatsen van het product.
Zorg ervoor dat het gewicht van de zuig-,
pers- en ontluchtingsleidingen niet op de
tank rust. Lange leidingen en kleppen
moeten ondersteund worden.
Ga niet op de opvoerinstallatie staan.
Zorg er bij het installeren van de MULTILIFT
opvoerinstallatie voor dat alle lokale voorschriften met
betrekking tot ontluchting en toegang tot de
opstellingen worden nageleefd.
4.2.1 De pompen installeren
De onderstaande beschrijving is van toepassing op
een systeem met afsluitkleppen en een keerklep.
Draaimomenten voor flenzen +/- 5 Nm
Nominale
Bouten
diameter
DN 80
8 × M16
DN 100
8 × M16
DN 150
8 × M20
1)
Licht gesmeerd schroefdraad
2)
Goed gesmeerd schroefdraad
1. Monteer een afsluiter aan de tank.
De afsluitkleppen kunnen zijn gemaakt van
gietijzer of PVC. Het einde van de PVC klep kan
direct in de mof met plug-inafdichting worden
gedrukt.
2. Sluit de pomp aan op de afsluitklep.
3. Bevestig de pomp op de vloer met de bij de
opvoerinstallatie geleverde deuvels en bouten.
4. Bevestig de ontluchtingsflens aan de persopening
van de pomp.
5. Boor een gat in de aansluiting voor de
ontluchtingsslang op de tank.
6. Verbind de ventilatieslang met de
ontluchtingsflens en met de tank.
7. Bevestig een keerklep aan de ontluchtingsflens.
Opvoerinstallaties moeten voorzien zijn van een
goedgekeurde keerklep conform EN 12050-4.
Aandraai
Aandraai
moment
moment
[Nm]
[Nm]
70
60
70
60
140
120
11