Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hardware Back-Up; Supervisornetwerk; Supervisor-Netwerkprotocollen En -Configuratie - Carel heaterSteam 4 UR002 Series Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Voor toepassingen die een continue vochtigheidsbesturing vereisen, kan
een tweede reserve-unit nodig zijn, die automatisch wordt geactiveerd
in geval van storing op de eerste.
De heaterSteam besturing is voorzien van een specifieke digitale in- en
uitgang voor de back-up aansluiting, om zo via het normaal open contact
de activering van de tweede unit te garanderen.
Fig. 10.a
Verbinding tussen twee units voor de hardware back-up-functie:
klem
Functie
M9.1
COM back-up- en rotatiecontact
M9.2
Back-up- en rotatiecontact (NO)
M2.2
GND
M2.4
Back-up / rotatie digitale ingang
11.1 Supervisor-netwerkprotocollen en
-configuratie
De luchtbevochtiger kan worden aangesloten op een supervisor via
een serieel (BMS) of Ethernet netwerk. De Carel-, ModBus- en BACnet-
protocollen worden standaard door de units ondersteund.
M9
M2
M8
1
2
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
Fig. 11.a
Poort
Aansluiting op c.pHC-besturing Protocol
BMS (1)
M12.1, M12.2, M12.3
Ethernet (2)

10. HARDWARE BACK-UP

Tab. 10.a

11. SUPERVISORNETWERK

M12
M1
M5
M6
3
2
1
1
2
1
2
1
2
3
Ethernet
1
2
Carel, ModBus, BACnet, Carel retro
ModBus, BACnet
Tab. 11.a
De hardware back-up-functie moet in het menu op het scherm Ee01
geactiveerd zijn. Het scherm Ee02 wordt gebruikt om de unit met
hogere prioriteit in te stellen in geval van gelijktijdige activering. Om de
continuïteit van de dienstverlening te garanderen, moeten het extern
signaal of de externe sondes op beide units worden aangesloten; op
deze manier zijn zowel het hoofdtoestel als de back-up-unit volledig
onafhankelijk. Bij gebruik van een autonome besturing met sondes is
het aan te bevelen om voor elke unit speciale sondes (hoofdsonde en
limietsonde) te gebruiken, met andere woorden, de sondes niet te delen
tussen de eenheden. Dit garandeert de dienstverlening, zelfs in het geval
van sondestoringen.
Opmerking: de hardware back-up wordt beheerd met de
heaterSteam titanium versie.
Om de bewaking op de BMS-poort (1) te configureren, gaat u naar
"INSTELLINGEN - SUPERVISIE", met name de schermen Eh01, Eh02 en
Eh03.
Als u de supervisor op de Ethernet-poort (2) aansluit, stelt u de
netwerkparameters (DHCP, IP-adres, subnetmasker, gateway, DNS) op het
scherm Eh04 in.
Voor andere supervisorprotocollen selecteert u het Carel-protocol op de
seriële BMS-poort en gebruikt u de externe Carel-gateway (supernode
voor bevochtiging: SNU0000EM0) in combinatie met de gewenste
supervisiekaart (afhankelijk van het protocol).
Opmerking: Ethernet CAT-5 STP-kabel met een maximale lengte
van 100 m. Om de afscherming aan te sluiten, gebruikt u de beschikbare
aardingconnector op de besturing.
Opmerking: gebruik voor BMS en veldbus afgeschermde kabels
waarvan de afscherming met de aarding is verbonden.
45
"heaterSteam" +0300087NL - rel. 1.5 - 16.03.2022
DUT
Legenda:
M9.1
M2.2
M9.2
M2.4
M2.2
M9.1
M2.4
M9.2
Unit 1
Unit 2
Fig. 10.b

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave