4.1 Bedradingsvoorzieningen
Modellen UR002-UR013
Buitenkant, onderaanzicht
3
1
Fig. 4.a
Modellen UR20-UR80
Buitenkant, zijaanzicht
Fig. 4.c
Pos.:
1.
voedingskabelingang;
2.
ingang (na verwijdering van de insnijding) voor andere toepassingen;
3.
sondekabelsingang (na verwijdering van de insnijdingen).
4.2 Voedingskabelaansluiting
Voordat u de aansluitingen maakt, moet u ervoor zorgen dat de unit
losgekoppeld is van de netspanning: zet de hoofdschakelaar van het
systeem en de luchtbevochtiger op OFF).
Belangrijk: de AAN/UIT-schakelaar van de luchtbevochtiger
schakelt alleen de stroomtoevoer naar de elektronische besturing
uit, en niet naar de andere apparaten, die daarom onder spanning blijven.
Controleer of de voedingsspanning van de unit overeenkomt met de
nominale waarde die in het elektrische paneel is aangegeven. Verwijder
het frontpaneel zoals uitgelegd in hoofdstuk 1.
Volg de onderstaande procedures om de voedings- en sondekabels in
te voeren:
Modellen UR002-UR013
1.
draai de schroeven los en verwijder het deksel (A);
2.
knip indien nodig het bovenste deel van de conische wartel (B) door
en voer er de voedingskabel in;
3.
sluit de elektrische draden aan op het klemmenblok, plaats het
deksel terug en bevestig het met de schroeven;
Voor het bevestigen van de sondekabel:
4.
verwijder de insnijding (C) en draai de schroeven los;
5.
steek de sondekabel door de opening en bevestig de kabel
vervolgens met de schroeven.
4.
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Binnenkant, bovenaanzicht
1
3
Fig. 4.b
1
3
2
1
A
2
B
Fig. 4.d
C
Fig. 4.f
Modellen UR020-UR080
1.
identificeer de rubberen kabelwartel (A) aan de rechterkant van de
unit en voer er de voedingskabel in;
2.
schroef de kabelwartel (B) los in het elektrische paneel; sluit de
draden aan op het klemmenblok en draai de schroeven weer vast
om de kabel vast te zetten.
L1 L2 L3
B
De luchtbevochtiger moet door de installateur worden voorzien van een
scheidingsschakelaar en zekeringen ter bescherming tegen kortsluiting.
De tabel geeft de aanbevolen afmetingen van de kabel en de zekeringen
weer; deze gegevens zijn echter louter indicatief en, indien ze afwijken
van de geldende lokale normen, moeten deze laatste voorrang krijgen.
Opmerking: om ongewenste interferentie te voorkomen,
moeten de voedingskabels gescheiden worden gehouden van
de sondesignaalkabels.
Belangrijk: sluit de geel-groene draad aan op de aardingklem
(GND).
17
"heaterSteam" +0300087NL - rel. 1.5 - 16.03.2022
DUT
Fig. 4.e
Fig. 4.g
A
Fig. 4.h