•
instelling voor vrijgave van besturing:
Scherm Scherm beschr.
Parameter
Ea01
Besturingstype
Temperatuur (twee sondes)
Ea02
Besturing met 2 sondes
Instelling gewicht van de twee sondes (0-100%)
Ea05
Modulerende besturing
Instelling: streefwaarde temperatuur (0-100 °C) (32-
212 °F) - differentieel (2-20 °C) (3,6-36 °F)
Minimale productie (0-100 %)
Maximale productie (0-100 %)
Ec01
Hoofdsondetype
Kies uit: 0-1 V, 0-10 V, 2-10 V, 0-20 mA, 4-20 mA
Ec02
Type tweede sonde
Kies uit: 0-1 V, 0-10 V, 2-10 V, 0-20 mA, 4-20 mA
De besturing berekent het gewogen gemiddelde tussen de twee sondes.
Het gewicht van de twee sondes kan ook worden ingesteld.
M9
1
2
1
2
OUT H / T
M
+ (G)
OUT H / T
M
+ (G)
Fig. 4.z
De volgende sondes kunnen worden aangesloten:
CAREL-sondes voor kamers
voor luchtleidingen
voor technische toepassingen
Opmerking: niet-CAREL actieve sondes kunnen op de besturing
worden aangesloten.
_________________________________________________________
BESTURING MET ÉÉN NTC TEMPERATUURSONDE (passief )
•
kortsluiting klemmen M2.7 - M2.8 (jumper) voor vrijgave van productie;
sluit als alternatief ingangen M2.7 - M2.8 aan op een extern contact
(bijv.: schakelaar, timer, ...);
•
sluit de NTC hoofdkamersonde aan op de klemmen M2.1 en M2.2;
•
instelling voor vrijgave van besturing:
Scherm Schermbe-
Parameter
schrijving
Ea01
Besturingstype één temperatuursonde
Ea05
Modulerende
Instelling: streefwaarde temper. (0-100 °C) (32-212 °F)
besturing
differentieel (2-20 °C) (3,6-36 °F); Minimale productie (0-
100 %); Maximale productie (0-100 %)
Ec01
Hoofdsondety. Instelling type sonde: NTC
M9
1
2
1
2
Fig. 4.aa
_________________________________________________________
BESTURING MET TWEE NTC TEMPERATUURSONDES (passief )
•
kortsluiting klemmen M2.7 - M2.8 (jumper) voor vrijgave van productie;
sluit als alternatief ingangen M2.7 - M2.8 aan op een extern contact
(bijv.: schakelaar, timer, ...);
•
sluit de NTC hoofdkamersonde aan op de klemmen M2.1 en M2.2;
•
sluit de tweede NTC sonde aan op de klemmen M2.5 en M2.6;
•
instelling voor vrijgave van besturing:
Scherm Schermbeschrijving
Parameter
Ea01
Besturingstype
Modulatie met twee temperatuursondes
Ea02
Besturing met 2 sondes Instelling gewicht van de twee sondes (0-100%)
Ea05
Modulerende besturing Instelling: streefwaarde temperatuur (0-100 °C) (32-
212 °F) - differentieel (2-20 °C) (3,6-36 °F)
Minimale productie (0-100 %)
Maximale productie (0-100 %)
Ec01
Hoofdsondetype
Instelling type sonde: NTC
Ec02
Type tweede sonde
Instelling type sonde: NTC
De besturing berekent het gewogen gemiddelde tussen de twee sondes.
M2
M8
3
4
5
6
7
8
1
2
DPWC111000
DPDC110000; DPDC210000
DPPC210000, DPPC210000
M2
M8
3
4
5
6
7
8
1
2
Het gewicht van de twee sondes kan ook worden ingesteld.
M9
1
2
4.8 Alarmcontact
De besturing van de luchtbevochtiger is uitgerust met een relaiscontact
voor het op afstand signaleren van één of meerdere storingen of alarmen.
Het alarmcontact (250 Vac; max. capaciteit: 2 A weerstandsbelasting - 2 A
inductief ) is aangesloten op de klemmen M6.1, M6.2 en M6.3.
M12
3
M6.1
CO - COM Alarm
M6.2
NC - NC alarmcontact
M6.3
NO - NO alarmcontact
4.9 Analoge uitgang productievraag
De besturing van de luchtbevochtiger is uitgerust met een analoge
uitgang (0-10 V signaal) die de productievraag weergeeft.
De productievraag-uitgang (0-10 V max. 10 mA) wordt op de klemmen
M8.1, M8.2 aangesloten.
M9
1
2
1
M8.1
Analoge uitgang productievraag
M8.2
GND
BELANGRIJKE WAARSCHUWINGEN: om een onevenwichtige
besturing te voorkomen, moet de aarding van de sondes of externe
besturingen worden aangesloten op de aarding van de unitbesturing.
4.10 Eindcontroles
De volgende voorwaarden staan voor een correcte elektrische aansluiting:
1.
de voedingsspanning van de luchtbevochtiger komt overeen met de
spanning die op het typeplaatje is aangegeven;
2.
de geïnstalleerde zekeringen zijn geschikt voor de net- en
voedingsspanning;
3.
er
is
een
netscheidingsschakelaar
luchtbevochtiger van de netspanning te kunnen loskoppelen;
4.
de luchtbevochtiger is correct geaard;
5.
de voedingskabel is bevestigd aan de trekvaste kabelklem;
6.
de klemmen M2.7 en M2.8 zijn doorverbonden of aangesloten op
een vrijgavecontact;
7.
als de luchtbevochtiger door een externe besturing wordt bestuurd,
wordt de signaalaarde elektrisch verbonden met de aarding van de
besturing.
23
"heaterSteam" +0300087NL - rel. 1.5 - 16.03.2022
M2
M8
1
2
3
4
5
6
7
8
1
2
Fig. 4.ab
M1
M5
M6
2
1
1
2
1
2
1
2
3
L N
Fig. 4.ac
M2
M8
2
3
4
5
6
7
8
1
0-10V
Fig. 4.ad
geïnstalleerd
DUT
2
om
de