DUT
lezen vochtigheidswaarde). Parameter "En. Al. " geeft de alarmen vrij die
overeenkomen met eventuele sondefouten. Als een storing wordt gede-
tecteerd die langer is dan de waarde "Delay" (vertraging) (in seconden),
wordt het alarm "limit probe broken or disconnected" (limietsonde stuk
of losgekoppeld" geactiveerd.
7.4.3
Draadloze sondes (installatiemenu)
Voor de configuratie van de draadloze sondes wordt het gewicht van
elke sonde gedefinieerd; voor meer informatie over de gemiddelden zie
paragraaf 7.2.2 "Gewogen gemiddelde van de sondes". Het scherm Ec03
kan worden gebruikt om elk van de vier mogelijke draadloze sondes te
deactiveren, te activeren als hoofdsonde of als limietsonde.
Index
Beschrijving
Parameter
Ec03
Draadloze
Draadloze sondeconfiguratie (hoofd en limiet)
sondes
Standaard:
Sonde 1: vergrendeld
Sonde 2: vergrendeld
Sonde 3: vergrendeld
Sonde 4: vergrendeld
Mogelijke instellingen: gedeactiveerd, hoofdsonde,
limietsonde
Om de draadloze sondes, gewichten en communicatietijden te configu-
reren, gebruikt u de schermen Ec04, Ec05, Ec06 en Ec07, afhankelijk van
het aantal aangesloten sondes.
Index
Beschrijving
Parameter
Ec04
Draadloze sonde 1
Configureer sondegewicht en communicatietijden;
Draadloze sonde 2
Standaard:
Ec05
Draadloze sonde 3
Gewicht: 100
Ec06
Draadloze sonde 4
Transmissietijd: 10s
Ec07
Uitschakelvertraging: ms
Mogelijke instellingen:
Gewicht: 0 tot 100
Transmissietijd: 5-3600 seconden
Uitschakelvertraging: ms
7.4.4
Maximaal aantal verdampingscycli tussen de
verdunningsafvoercycli die door de gebruiker
kunnen worden ingesteld (installatiemenu)
Het
aantal
verdampingscycli
verdunningsafvoercycli wordt intern berekend op basis van de
geleidbaarheid van het toevoerwater. Om de automatische berekening
te gebruiken, stelt u "Evaporation cycles before drain" (verdampingscycli
voor afvoer) op "Auto" in. De parameter "Evaporation cycles before
drain" (verdampingscycli voor het afvoer) stelt het maximale aantal
verdampingscycli in dat tussen twee verdunningsafvoercycli is
toegestaan. Het aantal verdampingscycli dat door de besturing wordt
gebruikt, zal de laagste van de door de gebruiker handmatig ingestelde
en automatisch berekende waarden zijn.
Index Beschrijving
Parameter
Ec11
Verdampingscycli
Instelling aantal verdampingscycli tussen twee verdun-
voor afvoer
ningsafvoercycli.
Standaard: aantal cycli: Auto;
Mogelijke instellingen: Auto (automatisch beheer volgens
de geleidbaarheid van het toevoerwater); 1 tot 40
Opmerking: als de parameter = "Auto", wordt het aantal
verdampingscycli tussen twee verdunningsafvoercycli
automatisch door de besturing ingesteld op basis van de
geleidbaarheid van het toevoerwater.
7.4.5
De duur van de vulling en de
verdunningsafvoercycli kunnen door de
gebruiker worden ingesteld (installatiemenu)
Op scherm Ec12 kan de duur van de vultijd na de verdampingscyclus en
de duur van de verdunningsafvoercyclus worden ingesteld in functie van
de standaard parameterwaarden.
Index
Beschrijving
Parameter
Ec12
Variatie in vul-
Instelling vulling na verdamping en verdunningsafvoertijd
en afvoertijden
ten opzichte van de standaardwaarden
Standaard:
variatie in vultijd: 100%
variatie in afvoertijd: 100 %:
Mogelijke instellingen:
variatie in vultijd: 20-100 %
variatie in afvoertijd: 0-190%
"heaterSteam" +0300087NL - rel. 1.5 - 16.03.2022
tussen
twee
opeenvolgende
De duur van de verdunningsafvoercyclus wordt ingesteld met behulp
van de parameter "variation in drain time" (variatie in afvoertijd), die de
tijd definieert als een % van de standaardwaarde:
nieuwe afvoertijd = (standaard afvoertijd × afvoertijdvariatie)/100
Voorbeeld: als de standaardtijd 10 s is en de "variation in drain time"
(variatie in afvoertijd) = 50 %, dan is de nieuwe tijd = 10 s x 50/100 = 5 s.
Hetzelfde geldt ook voor de vultijd na de verdampingscyclus, in dit geval
met behulp van de parameter "variation in fill time" (variatie in vultijd):
nieuwe vultijd = (standaard vultijd × vultijdvariatie)/100
Opmerking over de duur van de verdunningsafvoercyclus: als de
verdunningsafvoertijd zeer kort is, kan er een RISICO VAN SCHUIM/
CORROSIE zijn als gevolg van de verhoogde interne geleidbaarheid.
Lage waarden voor de parameter "variation in drain time" (variatie in
afvoertijd) mogen alleen worden ingesteld na een zorgvuldige evaluatie
van de waterkwaliteit en de gevolgen ervan.
Waarschuwing: RISICO VAN SCHUIMVORMING WANNEER "variatie
in afvoertijd" TE LAAG IS VOOR DE WATERKWALITEIT.
"variation in drain time" (variatie in afvoertijd) = 100 % betekent dat de
standaardwaarde zal worden gebruikt.
"variation in drain time" (variatie in afvoertijd) < 100 % betekent dat de
afvoertijd korter zal zijn dan de standaard afvoertijd, waardoor er minder
vers water wordt toegevoegd bij de volgende vulbeurt, waardoor de
negatieve impact op de stoomproductie wordt beperkt (belangrijk bij
toepassingen die hoge nauwkeurigheid vereisen).
Instelling "variation in drain time" (variatie in afvoertijd) voor een
nauwkeurige %RH-besturing:
de "variatie in afvoertijd" moet zo laag mogelijk worden ingesteld, zonder
echter schuim/corrosievorming te veroorzaken. Ga empirisch te werk om
de meest geschikte waarde te vinden.
Opmerking over de duur van de watervulcyclus: deze kan worden
gebruikt om de waterdruk voor de luchtbevochtiger te compenseren.
Verminder de vultijd in geval van hoge druk en vice-versa. Toch moet
de toevoerwaterdruk binnen het bereik van de in tabel 16.b aangegeven
drukwaarden (1-8 bar) liggen.
7.4.6
Instelling toevoerwaterhardheid
(installatiemenu)
De gebruiker kan de toevoerwaterhardheid instellen. Carel levert een
analyse kit (P/N: KITTH00000) die toelaat de toevoerwaterhardheid
te lezen. De parameter "Water hardness" (waterhardheid) definieert
het onderhoudsalarm voor de reiniging van de trommel en de
verwarmingselementen.
Index
Beschrijving
Parameter
Ec13
Waterhardheid Instelling toevoerwaterhardheid
Mogelijke instellingen:
Hardheid: Auto, Handmatig
Handmatige instelling: 0-10°f, 10-20°f, 20-30°f, 30-40°f
Opmerking: als de waarde ingesteld is op Auto, wordt de
waterhardheid door de besturing geschat op basis van
de geleidbaarheidswaarde.
Als de waterhardheid niet is ingesteld, regelt de besturing zelfstandig
het type water op basis van de geleidbaarheidslezing. Hoewel er geen
betrouwbaar verband bestaat tussen waterhardheid en geleidbaarheid,
komt een hardheid van 40°f typisch overeen met een geleidbaarheid van
ongeveer 900-1000 μS/cm bij 20 °C.
Zie paragraaf 7.2.7 Trommelbedrijfsuren voor informatie over
de onderhoudsalarmtijden in functie van de waterhardheid of
geleidbaarheid.
36