Een ECG registreren met de WAM
Controleer met de LED-indicatoren de impedantie tussen elektrode en huid en de kwaliteit van de aansluiting op
de patiënt, of de communicatie met de elektrocardiograaf tot stand is gebracht en of de signaalkwaliteit van elk
ECG naar behoren wordt verzonden. Een gele LED geeft aan dat er een afleidingsfout is.
1. Controleer of er een AA-batterij in het batterijvak zit. Als de accuspanning te laag is, wordt de WAM
mogelijk niet ingeschakeld. Plaats een nieuwe AA-batterij in het apparaat om het te blijven gebruiken.
2. Druk op de knop On/Off (aan/uit) om de WAM in te schakelen.
3. Sluit de afleidingsdraden van de WAM aan op de patiënt (zie Aansluiten op de patiënt in de
gebruikershandleiding van het registratieapparaat).
4. ECG-gegevens worden automatisch naar het registratieapparaat verzonden.
5. Voer patiëntgegevens in op het registratieapparaat.
6. Druk op de knop voor ECG-registratie met 12 afleidingen om de registratie van het ECG met 12 afleidingen
te voltooien.
7. Druk op de knop voor ritmeafdruk om een ritmeafdruk te maken; druk nogmaals op de knop voor
ritme-afdruk om te stoppen met het maken van een ritmeafdruk.
OPMERKING: tijdens normaal gebruik brandt de groene LED doorlopend.
OPMERKING: als tijdens verzending het batterijdeksel wordt geopend, stopt de WAM de verzending.
De batterij en het deksel moeten worden teruggeplaatst voordat de verzending kan worden voortgezet.
8.
Aan het einde van de ECG-registratiesessie moet de WAM worden uitgeschakeld. De ECG-gegevens
kunnen nu worden bekeken, geplot of indien nodig worden bewerkt op de elektrocardiograaf
OPMERKING: om een STAT ECG uit te voeren met de WAM die is gekoppeld aan een ELI 230-
elektrocardiograaf, moet de gebruiker STAT selecteren op de elektrocardiograaf om door te gaan.
Ritmestroken registreren
Ritmestroken worden afgedrukt in het formaat dat is gedefinieerd in de configuratie (3, 6 of 12 kanalen).
Start de gebruikelijke procedure voor ritmestroken door de patiënt aan te sluiten op de ELI 230 en de
patiëntgegevens in te voeren. Als u klaar bent, selecteert u DONE (Gereed) om terug te keren naar de
rechtstreekse ECG-weergave. Selecteer RHY (Ritme) om het afdrukken van het ritme te starten. U kunt ook een
ritmeafdruk maken door RHY (Ritme) te selecteren zonder de patiëntgegevens in te voeren.
OPMERKING: ritmeafdrukken zijn alleen mogelijk vanuit de rechtstreekse ECG-weergave.
OPMERKING: ritmeregistraties worden alleen afgedrukt en worden niet opgeslagen in de ELI 230.
Het scherm voor ritmeactiviteit wordt weergegeven zodra de printer de ritmestrook begint af te drukken.
De golfvormweergave is vergelijkbaar met de rechtstreekse ECG-weergave. Bij het afdrukken van het ritme
zijn er echter andere functietoetsen beschikbaar.
EEN ECG VASTLEGGEN
Pagina | 43