Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Opmerking(en)
Bewegingen van de patiënt kunnen overmatige ruis veroorzaken die de kwaliteit van de ECG-traceringen
en de juiste analyse door het apparaat nadelig kunnen beïnvloeden.
Een goede voorbereiding van de patiënt is belangrijk voor de juiste plaatsing van ECG-elektroden en voor
de correcte werking van het apparaat.
Er zijn geen bekende veiligheidsgevaren als andere apparatuur, zoals pacemakers of andere stimulators,
gelijktijdig met het apparaat wordt gebruikt; dergelijk gebruik kan echter het signaal verstoren.
De LED's van de WAM gaan automatisch knipperen als de batterijen zijn ontladen tot onder 1,0 volt.
Tijdens normaal gebruik van de WAM/AM12 brandt de groene LED doorlopend.
Als het batterijdeksel tijdens verzending wordt geopend, stopt het apparaat de verzending. De batterij en het
deksel moeten worden teruggeplaatst voordat de verzending kan worden voortgezet.
Als de batterij sterk is ontladen wordt de WAM automatisch uitgeschakeld (LED's uit).
De WAM wordt automatisch uitgeschakeld als de elektrocardiograaf wordt uitgeschakeld.
De WAM wordt automatisch uitgeschakeld wanneer hij niet langer verbonden is met de patiënt. Dit gebeurt
ongeacht de batterij-/AC-voedingsstatus van de ELI 230.
Een onjuiste automatische kalibratie kan tot gevolg hebben dat er geen golfvorm op het display wordt
weergegeven tijdens het gebruik van de AM12-registratiemodule. Sluit de AM12 opnieuw aan of schakel
de elektrocardiograaf uit en weer in.
Blokgolven op het display en de ritmeafdruk kunnen betekenen dat de afleidingsdraden van de WAM of
AM12 niet op de patiënt zijn aangesloten.
De afbeelding van een blokgolf op het display tijdens het gebruik van de WAM kan worden veroorzaakt
doordat de WAM is uitgeschakeld, geen batterijspanning heeft, niet correct is gesynchroniseerd, buiten
bereik is of een kalibratiefout heeft. Bekijk de LED op de WAM om te controleren of het apparaat is
ingeschakeld, een juiste batterijspanning heeft, correct is aangesloten en zich in de aanbevolen nabijheid
van de elektrocardiograaf bevindt of schakel de WAM uit en weer in om opnieuw te kalibreren.
Als een elektrode niet goed op de patiënt is aangesloten, of een of meer van de afleidingsdraden van de
patiëntkabel zijn beschadigd, geeft het display een afleidingsfout aan voor de afleiding(en) waar de foutconditie
aanwezig is. Als het signaal wordt afgedrukt, worden de betreffende afleiding(en) afgedrukt als een blokgolf.
Overbelasting of verzadiging van de versterkeringangen zal ook leiden tot meldingen van afleidingsstoringen.
Zoals gedefinieerd door IEC 60601-1 en IEC 60601-2-25 is het apparaat als volgt geclassificeerd:
Uitrustingen van de Klasse I of interne voeding.
Defibrillatorbestendige onderdelen van type CF.
Normale apparatuur.
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in de aanwezigheid van ontvlambare anesthesiemengsels.
Continu gebruik.
OPMERKING: vanuit veiligheidsoogpunt en zoals vastgelegd in IEC 60601-1 en afgeleide standaarden/normen,
wordt dit apparaat aangemerkt als "Klasse I" en gebruikt het een driepolige ingang om te zorgen dat er een
aardverbinding wordt gemaakt samen met het elektriciteitsnet. De aardklem op de netingang is het enige
aardingspunt in het apparaat. Blootliggend metaal dat bij normaal gebruik kan worden aangeraakt, is dubbel
geïsoleerd van de netvoeding. Interne verbindingen met aarde zijn functioneel.
VEILIGHEIDSINFORMATIE VOOR GEBRUIKERS
Pagina | 12

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave