Gebruikershandleiding 3Dimensions-systeem
Bijlage C: Gebruik van het mobiele systeem
Let op:
De temperatuur en vochtigheid in het voertuig moeten te allen tijde worden
gehandhaafd. Zorg ervoor dat de omgevingsomstandigheden de aangegeven
specificaties niet overschrijden wanneer het systeem niet wordt gebruikt.
Let op:
Spanningen mogen niet met meer dan ±10% veranderen wanneer de röntgeneenheid
of andere apparatuur (bijvoorbeeld, verwarming of airconditioning) wordt gebruikt.
Let op
Neem het volgende in acht om beeldartefacten te voorkomen:
•
•
C.2
Specificaties voor mobiel gebruik
De volgende systeemspecificaties gelden alleen voor mobiel gebruik. Raadpleeg het
gedeelte
C.2.1
Schok- en vibratielimieten
Vibratielimiet
Schoklimiet
Pagina 164
Let er goed op dat de mobiele bus niet in de buurt van krachtige stroombronnen
wordt geplaatst (zoals hoogspanningskabels en transformatorhuisjes).
Zorg ervoor dat mobiele stroomgeneratoren, ononderbreekbare voedingsbronnen
(UPS) en spanningsstabilisatoren zich op ten minste 3 meter afstand bevinden
van het dichtstbijzijnde punt van het pad dat de beelddetector aflegt.
Specificaties
op pagina 149 voor alle andere specificaties.
Maximaal 0,30 G (2 Hz tot 200 Hz), gemeten op het punt
waar het systeem aan de bus is gemonteerd.
Maximaal 1,0 G (1/2 sinuspuls), gemeten op het punt waar
het systeem aan de bus is gemonteerd. Er wordt voor de bussen
luchtvering aanbevolen.
MAN-05759-1502 revisie 002