SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2
10.
Verhelpen van storingen
10.1
Fouten bij de inbedrijfname
Tabel 5:
Fouten bij de inbedrijfname
Beschrijving van de fout
De mechanische standaanwijzing
kan niet worden ingesteld.
Fout in eindstand.
De aandrijving beweegt tot de
eindaanslag, alhoewel het weg-
schakelmechanisme correct
functioneert.
Standmelder RWG
Op de meetpunten is geen waar-
de meetbaar.
Weg- en/of draaimomentschake-
laars schakelen niet.
Schakelaar controleren
10.2
Motorbescherming (thermische bewaking)
Gedrag in geval van sto-
ring
Mogelijke oorzaken
Oplossing
Mogelijke oorzaken
Tandwielkastje past niet bij het aantal
omw./slag van de aandrijving.
Bij het instellen van het wegschakelmechanis-
me werd geen rekening gehouden met de
naloop.
De naloop ontstaat door het doorduwen van
het eigen gewicht van de aandrijving en de
afsluiter en de afschakelvertraging van de
besturingseenheid.
Stroomlus over RWG is open.
(De standmelding 0/4 – 20 mA functioneert
alleen dan, als de stroomlus over de RWG
gesloten is.)
De schakelaar is defect of verkeerd ingesteld.
Met behulp van de rode testknoppen [1] en [2] kunnen de schakelaars met de hand
worden bediend:
1.
Testknop [1] in de pijlrichting DSR draaien: draaimomentschakelaar DICHT
wordt geactiveerd.
2.
Testknop [2] in de pijlrichting DÖL draaien: draaimomentschakelaar OPEN
wordt geactiveerd.
Indien in de aandrijving een DUO-wegschakelmechanisme (optie) is ingebouwd,
worden met de draaimomentschakelaars tevens tegelijkertijd de
tussenstandschakelaars WDR en WDL geactiveerd.
1.
Testknop [1] in de pijlrichting WSR draaien: wegschakelaar DICHT wordt geac-
tiveerd.
2.
Testknop [2] in de pijlrichting WÖL draaien: wegschakelaar OPEN wordt geac-
tiveerd.
Ter bescherming tegen oververhitting en ontoelaatbaar hoge oppervlaktetemperaturen
van de aandrijving zijn in de motorwikkeling PTC-weerstanden of thermoknopen
geïntegreerd. Deze worden geactiveerd zodra de maximaal toelaatbare temperatuur
van de wikkelingen is bereikt.
Bij een juiste verwerking van de signalen in de besturing wordt de aandrijving gestopt,
verder draaien is pas mogelijk nadat de motor afgekoeld is.
Overbelasting, looptijdoverschrijding, teveel schakelbewegingen, te hoge
omgevingstemperatuur.
Oorzaak zoeken, indien mogelijk probleem oplossen.
Verhelpen van storingen
Oplossing
Tandwielkastje vervangen.
Naloop bepalen: de naloop is het traject dat
afgelegd wordt tussen het moment van uit-
schakeling en stilstand.
Wegschakeling opnieuw instellen en daarbij
rekening houden met naloop (het handwiel
zoveel als de naloop terugdraaien).
Draadbrug over RWG op XK (klemmen 23/24)
plaatsen.
Externe last op XK aansluiten, bijv. terugmel-
ding op afstand.
Maximale weerstandsbelasting R
nemen.
De instelling controleren, eventueel de eind-
standen opnieuw instellen.
→ Schakelaar controleren, eventueel
vervangen.
in acht
B
33