Inbedrijfname
9.1.1
Eindaanslag DICHT instellen
9.1.2
Eindaanslag OPEN instellen
Informatie
9.2
Schakelruimte openen
24
1.
Schroefplug [3] verwijderen.
2.
Met het handwiel de afsluiter in eindstand DICHT brengen.
3.
Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt:
de stelbout [4] iets in tegenwijzerrichting verdraaien tot de eindpositie
DICHT van de afsluiter veilig kan worden ingesteld.
Het in wijzerrichting verdraaien van de stelbout [4] geeft een kleinere
zwenkhoek.
Het in tegenwijzerrichting verdraaien van de stelbout [4] geeft een
grotere zwenkhoek.
4.
De stelbout [4] in wijzerrichting tot aan de aanslag verdraaien.
Daarmee is de eindaanslag DICHT ingesteld.
5.
De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen.
6.
De schroefplug [3] indraaien en vastdraaien.
Aansluitend aan deze instelling kan onmiddellijk de eindstandherkenning DICHT
worden ingesteld.
De eindaanslag OPEN hoeft normaal gesproken niet meer te worden ingesteld.
1.
Schroefplug [1] verwijderen.
2.
Met het handwiel de afsluiter in de eindstand OPEN brengen.
3.
Indien de eindstand van de afsluiter niet wordt bereikt:
de stelbout [2] iets in tegenwijzerrichting verdraaien tot de eindpositie
OPEN van de afsluiter veilig kan worden ingesteld.
Het in wijzerrichting verdraaien van de stelbout [2] geeft een kleinere
zwenkhoek.
Het in tegenwijzerrichting verdraaien van de stelbout [2] geeft een
grotere zwenkhoek.
4.
De stelbout [2] in wijzerrichting tot aan de aanslag verdraaien.
Daarmee is de eindaanslag OPEN ingesteld.
5.
De O-ring in de schroefplug controleren, indien beschadigd vervangen.
6.
De schroefplug [1] indraaien en vastdraaien.
Aansluitend aan deze instelling kan onmiddellijk de eindstandherkenning OPEN
worden ingesteld.
Voor de hieronder vermelde instellingen (opties) moet de schakelruimte worden
geopend.
SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2