Inbedrijfname
9.8
Elektronische standmelder RWG instellen
30
2.
Potentiometer [1] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag
draaien.
Eindstand DICHT komt overeen met 0%
Eindstand OPEN komt overeen met 100%
3.
Potentiometer [1] weer iets terugdraaien.
4.
Exacte afstelling van het 0-punt met een externe instelpotentiometer (voor si-
gnalering op afstand) uitvoeren.
— Optie —
De elektronische standmelder RWG strekt tot vaststelling van de stand van de
afsluiter. Hij genereert, vanuit de van de potentiometer (wegopnemer) ontvangen
gegevens omtrent de actuele stand, een stroomsignaal van 0 - 20 mA of 4 - 20 mA.
Tabel 4:
Technische gegevens RWG 4020
Bekabeling
Aansluitschema
TPA
Uitgangssignaal
I
A
Voedingsspanning
U
V
Max. stroomopname
I
Max. weerstandsbelas-
R
B
ting
Afbeelding 28:
Bovenaanzicht meld- en stuureenheid
[1]
Potentiometer (stelwegsensor)
[2]
Potentiometer min. (0/4 mA)
[3]
Potentiometer max. (20 mA)
[4]
Meetpunt (+) 0/4 – 20 mA
[5]
Meetpunt (–) 0/4 – 20 mA
1.
Elektronische standmelder van spanning voorzien.
2.
Afsluiter in de eindstand DICHT brengen.
3.
Meetinstrument voor 0 – 20 mA op de meetpunten [4 en 5] aansluiten. Indien
geen waarde meetbaar is:
3.1 controleren, of externe belasting op de klantaansluiting XK (klemmen
23/24) aangesloten is (letten op max. weerstandsbelasting R
3.2 klantaansluiting XK (klemmen 23/24) overbruggen.
4.
Potentiometer [1] met de wijzers van de klok mee (rechtsom) tot aan de aanslag
draaien.
5.
Potentiometer [1] weer iets terugdraaien.
6.
Potentiometer [2] naar rechts draaien tot de waarde van de uitgaande stroom
stijgt.
SQ 05.2 – SQ 14.2/SQR 05.2 – SQR 14.2
3-/4-draadssysteem
9. positie = E of H
0 – 20 mA, 4 – 20 mA
24 V DC, ± 15 % gestabilise-
erd
24 mA bij 20 mA uitgangssi-
gnaal
600 Ω
2-draadssysteem
9. positie = C, D of G
4 – 20 mA
14 V DC +(I x R
), max. 30 V
B
20 mA
(U
– 14 V) /20 mA
V
), of
B