Multi-turn aandrijving SAExC 07.1 – SAExC 16.1/SARExC 07.1 – SARExC 16.1 Non-Intrusive
met besturingseenheid AUMATIC ACExC 01.1
6.
Bediening
6.1.
Handmatige bediening
AANWIJZING
26
De aandrijving kan handmatig worden bediend bij instellingen en inbe-
drijfname, in geval van het uitvallen van de motor en bij stroomuitval.
Via een ingebouwd omschakelmechanisme wordt de handmatige bediening
ingeschakeld.
Handmatige bediening inschakelen
Beschadigingen aan het omschakelmechanisme door een verkeerde
bediening!
Ò Handmatige bediening alleen bij stilstaande motor inschakelen.
Ò De omschakelhefboom uitsluitend met de hand zwenken.
Ò Het is niet toegestaan de omschakelhefboom, omwille van de bediening, te
verlengen.
1. De omchakelhefboom met de hand tot ca. 85° draaien, daarbij het hand-
wiel een beetje naar links en rechts bewegen, tot de handmatige bediening
gekoppeld is.
2. Omschakelhefboom loslaten (keert door veerdruk naar de uitgangspositie
terug, eventueel met de hand meebewegen).
3. Handwiel in de gewenste richting draaien, hierbij geldt:
Om de afsluiter te sluiten, het handwiel met de wijzers van de klok mee-
draaien:
de aan te drijven as (van de afsluiter) draait met de wijzers van de klok
mee in de richting CLOSE.
De handmatige bediening ontkoppelen
De handmatige bediening wordt automatisch ontkoppeld als de motor inge-
schakeld wordt.
Tijdens het motorbedrijf staat het handwiel stil.
Bedieningsinstructies