Gebruikershandleiding
7.6
Melksysteem
7.6.1
De tepelvoeringen inspecteren
7.6.2
De tepelvoeringen vervangen
Onderhoud
Voorbereiding
1.
Stel de melkrobot buiten bedrijf met de X-Link (pagina 6-4).
2.
Verplaats de robotarm naar de servicestand (pagina 6-5).
Inspecteren
1.
Inspecteer de tepelvoeringen op vuil en schade.
2.
Vervang de tepelvoeringen (pagina 7-29) indien nodig.
Close-up
1.
Verplaats de robotarm naar de ruststand (pagina 6-5).
2.
Stel de melkrobot in bedrijf met de X-Link (pagina 6-3).
3.
Voer een korte spoeling uit met de X-Link (pagina 6-8).
Speciaal gereedschap
• Montagegereedschap voor de tepelvoering (afb. 3/1)
Voorbereiding
1.
Stel de melkrobot buiten bedrijf met de X-Link (pagina 6-4).
2.
Verplaats de robotarm naar de servicestand (pagina 6-5).
3.
Selecteer:
•
Tabblad [Test]
•
[Moederschip]
•
[Bekers].
4.
In het veld Wegklappen bekers, selecteert u:
•
LV [Rechtop]
•
LA [Rechtop]
•
RV [Rechtop]
•
RA [Rechtop].
5.
In het veld Bekerkoorden, selecteert u:
•
LV [Los]
•
LA [Los]
•
RV [Los]
•
RA [Los].
Verwijdering
Voer de stappen in dit subhoofdstuk uit voor alle vier tepelvoeringen.
1.
Draai de tepelvoering (afb. 1/3) linksom totdat u deze kunt verwijderen
van de melkopvang (2).
2.
Zorg ervoor dat de melkverzamelbeker schoon is.
3.
Reinig de melkverzamelbeker indien nodig.
7-29